De verwachtingen waren hooggespannen. Al maanden noemden we elke klim: voorbereiding op de Pamir Highway. Bijna een half jaar leefden we er naartoe. Terwijl we door Europa, Turkije, Georgïe en Armenië fietsten waren we in gedachte al bezig met de op één na hoogste internationale weg ter wereld. Onder fietsreizigers heeft de Pamir Highway een haast legendarische status. Ja, er zijn hogere wegen, maar de combinatie van de hoogte, het afgelegen gebied en het indrukwekkend landschap maakt dat deze weg bovenaan veel verlanglijstjes staat.

Veilige route
Een andere reden waarom de weg populair is? Het is één van de weinige ‘veilige’ routes van west naar oost. Pakistan met de Karakoram Highway wordt officieel afgeraden en Rusland is ingewikkeld qua visa. Vandaar dat de afgelegen M41 zoals de weg aangeduid wordt nog best druk bereden wordt. Ons avontuur begint in Dushanbe, de hoofdstad van Tajikistan. Het land is een soort van post-communistische dictatuur met als leider Emomali Rahmon. Hij lacht je overal toe vanaf de vele propaganda posters. Hij streelt het graan, kijkt naar de toekomst en leidt het land vooruit.

Cyril-Pamir-Highway

Legendarische gastvrouw
De stad is niet groot en met zijn brede boulevards doet het aan Moskou met goed weer denken. Wij hebben het geluk dat we bij een legendarische warmshowers gastvrouw terecht kunnen. Veró Goffrey is even bekend als Beyoncé in de wereld van fietsreizigers. Zij biedt elk jaar onderdak (de meeste fietsers kamperen echter in haar tuin) aan bijna iedereen die de M41 fietst. Kortom het is een gezellige bedoening. Tentjes in de tuin, samen koken en eten op de veranda en ’s avonds fietsfilms kijken. Het is dus green straf om te wachten op andere fietsers die we eerder op onze reis tegen zijn gekomen waarvan we weten dat ze ook in Dushanbe zullen arriveren binnen een paar dagen. We luisteren naar de ervaringen van diegene voor wie Dushanbe de finish is en de weg dus van oost naar west afgelegd hebben. Onze fantasie maakt overuren. Mythische namen als de Khorog, de Wakhan valley en de Ak-Baital pas komen echt tot leven nu we zo dichtbij zijn.

Ruw verstoord
Na bijna een week in dit droom-hostel voor fietsers is het tijd om te vertrekken. We vormen met 4 anderen een mini-pelotonnetje als we de stad uitrijden. Samen met Steffi en Adriano (aka de BimBoms), Verena en Jean rijden we richting oosten op weg naar de Pamir Highway. Want voor je er echt bent moet je nog een week of wat fietsen. Langzaam maar zeker worden de bergen om ons heen hoger en de wegen slechter, totdat we stukken met relatief klein gravel al prettig vinden rijden. We hebben de noordelijke route gekozen vanuit Dushanbe na de horrorverhalen overhet stof en verkeer op de zuidelijke route. Beide wegen komen weer samen in Khorog. Een stadje dat soort van officieel startpunt van de weg is. Hier komen we nog meer fietsreizigers tegen. Een Brits stel op een tandem en Gerrit uit Nederland. Iedereen in de Pamir Lodge is hier voor dat ene ding: de Highway fietsen. Onze start wordt echter ruw verstoord. Het blijkt dat meerdere fietsers parasieten hebben opgelopen. En geloof me, met een Dehli-belly fietst het niet heel lekker. Een ziekenhuisbezoek, wat medicijnen en een paar dagen rusten later zijn we dan toch echt klaar, althans dat denken we.

Celeste rivier
Direct vanuit Khorog gaat de weg omhoog en dat bljft ‘ie doen. De Pamirs zijn namelijk uitlopers van het Himalaya gebergte dat ten oosten ligt. De hoogste pas die we over moeten ligt ver boven de 4.000 meter, kom daar maar eens om in Europa. De eerste paar dagen is het landschap nog best lieflijk. We volgen een bergrivier die celeste van kleur lijkt te zijn en overal kunnen we ongestoord wild kamperen. Het klimmen is te doen en de hoogte voelen we nog niet heel hard. Maar dan zo rond de 2.700 meter lijkt er een knop om te gaan. De lucht wordt opeens ijler, ademen gaat zwaarder. Uiteraard doen we het rustig aan, maar opgeven komt niet bij ons op, we zijn immers onze fietsdroom aan het verwezenlijken! De eerste nacht op hoogte is echter zwaar. Het is koud boven de 4.000 meter en we worden wakker van hoofdpijn en hartkloppingen. Langzaam wordt duidelijk dat dit een serieuze uitdaging is. Er is sporadisch verkeer in de vorm van Chinese vrachtwagens, maar de weg voelt allesbehalve als een highway. Gelukkig is het asfalt relatief goed. Ook op de M41 kun je in het begin nog kiezen voor een noordelijke of zuidelijke (Wakhan Valley) route. De noordelijke lijkt meer gebruikt te worden en omdat we ons fysiek niet helemaal 100% voelen kiezen we voor deze. Het gebied is echter zo afgelegen dat er na een onrustige nacht niets anders opzit dan verder te fietsen. Dalen helpt een beetje en tegen de tijd dat we in Alichur aankomen gaat het wel weer. Hoe rustig het is blijkt uit het verhaal van 2 Japanse lifters die al 5 dagen in het dorp vastzitten omdat er geen verkeer langskomt dat ze mee kan/wil nemen naar de enige volgende plaats van betekenis: Murgab.

Wat een luxe
Wij bereiken 2 dagen later wel deze ‘oase’. Er is stroom, er is een restaurant, er is koud bier en een warme douche… wat een luxe! Het stadje doet ook als verzamelpunt dienst. We komen andere fietsers (weer) tegen en besluiten het laatste stuk (ongeveer 1/3 van de hele route in Tajikistan) samen te bedwingen aangezien dit ook het zwaarste deel is. Tussen Murgab en het volgende dorp Karakul ligt namelijk de Ak-Baital pas. 4.655 meter, onverhard en met sneeuw en windvlagen op de top. Het duurt 2 dagen voor we ‘m echt over zijn, maar wat een prachtklim. De leegte, de bergen, de uitgestrektheid, het is allemaal adembenemend mooi. Na de top worden we echter getrakteerd op 25 kilometer bijna onberijdbare weg. Gravel uitgehold door vrachtwagens maakt dit stuk misschien nog wel zwaarder dan de klim. Als we in de schemer bij een warme homestay aankomen zijn we uitgeput, uitgehongerd en uitgewrongen. De zwaarste 75 kilometer die ik ooit gefietst heb zitten erop.

Cyril-Pamir-Highway-12

Koudste nacht ooit
Na een nacht (en dag) bijkomen in dit bijzondere wild west-achtige plaatsje (het eiland in het Karakul meer diende als natuurlijke gevangenis voor Duitse krijgsgevangen tijdens WWII) is het tijd voor de laatste etappes. Nog maar 1 pas en dan bijna alleen maar naar beneden, hoe zwaar kan het zijn? Tijdens de gezamenlijke lunch met uitzicht op Lenin-peak (7.134 meter) is er nog weinig aan de hand. We vinden zelfs op tijd een goeie kampeerspot (uit de wind) en wat brandhout en geitenstront om een soort van kampvuur te maken. Maar de zon is nog niet onder of de temperatuur keldert zo hard dat het binnen no time heel stil is in ons mini-kampje. De koudste nacht in een tent ooit volgt waarbij ik 4 lagen aan kleding aantrek en alsnog wakker lig. Natuurlijk moet ik halverwege de nacht er ook nog uit voor een plas. Maar ook dit afzien blijkt de moeite waard te zijn. De laatste dag is misschien wel de mooiste van de hele tocht. Eerst 2 beklimmingen die nog best te doen zijn (zou ik eindelijk gewend zijn aan de hoogte?) en dan een afdaling die ons uiteindelijk een pracht van een uitzicht op de bergen achter ons brengt.

Nog een keer?
Moe maar voldaan was nog nooit zo toepasselijk als we Sary-Tash (we zijn ondertussen in Kirgizië) binnenrollen. Iedereen is alle kou, hoofdpijn en afzien in één klap vergeten. We hebben de Pamir Highway gefietst! Alle verwachtingen zijn ingelost en overtroffen. Het was zwaarder en mooier dan ik van te voren had kunnen denken. Zou ik het nog een keer doen? Zeker weten, maar dan misschien iets eerder in het seizoen, met een aantal andere fietsers samen en zonder parasieten aan boord.

Cyril is als onderdeel van Team Oufti op de fiets onderweg van Amsterdam naar Tokio. Je kunt hem volgen op oufti.nl of op Instagram.

Cyril-Pamir-Highway-2Cyril-Pamir-Highway-11 Cyril-Pamir-Highway-10 Cyril-Pamir-Highway-9 Cyril-Pamir-Highway-8 Cyril-Pamir-Highway-7 Cyril-Pamir-Highway-6 Cyril-Pamir-Highway-5 Cyril-Pamir-Highway-4