Misschien wel een herkenbaar gevoel; na de eerste wedstrijd veldrijden op tv te hebben gezien, begint het toch weer te kriebelen om zelf door de modder te gaan crossen. Bij mij gebeurt het ieder jaar weer; het wegseizoen komt tot z’n einde en het is inmiddels herfst. Tijd om weer het bos in te gaan. Deze keer werd het off-road seizoen geheel in stijl geopend bij het Sven Nys Cycling Center in Baal, vlakbij Leuven.

Kijkje in de Keuken
Boven op de top van de Balenberg staat het fietscentrum dat door Sven Nys is opgericht. Via de entreehal loop je onder de kampioenstruien door en op de muren is een tijdlijn te zien van het verloop van Sven’s cross carrière met de vele overwinningen. Het is niet zomaar een museum gevuld met mooie truien en fietsen, er valt ook veel te doen. Op de spelcomputer met fietsstuur kun je oefenen met rijden op een modderig parcours en door de zandbak. Er staat een crosser waarmee je zelf kan ervaren hoeveel watt je moet wegtrappen tijdens de cross. Je kan een virtueel kijkje nemen in de camper, zodat je je echt in de crosssferen komt. Ook kun je je bandenkennis testen; wel profiel hoort bij welke ondergrond? Ik krijg steeds meer zin om zelf te gaan crossen, tijd om op de fiets te stappen!



Zelf aan de slag
Jaarlijks op 1 januari wordt op de Balenberg de Grote Prijs Sven Nys gereden, en nu is er dus de mogelijkheid om deze het gehele jaar door te rijden op het uitgezette crossparcours. Een heerlijk parcours met klimmetjes en afdalingen, en daartussen is het draaien en keren in de haarspeldbochten. Verlaat je dit parcours en steek je de oprijlaan over, dan kom je op het mountainbikeparcours. Deze begint meteen met een bruggetje, daarna volgt er een stukje met wat klimmetjes en technische bochtjes. Daarna mag je flink omhoog klimmen richting de steile afdaling. Je kan daar langs de ‘normale’ kant naar de beneden, maar voor de durfals is er ook nog de mogelijkheid om over de rockgarden of via de houten ramp af te dalen. Het mountainbikeparcours maakt dan een scherpe bocht, omhoog tussen de bomen door. Dan kom je in het gebied waar de singletracks liggen, en waar de mogelijkheden oneindig zijn om verschillende paadjes aan elkaar te knopen. Er zijn meerdere routes uit gepeild, waarbij de moeilijkheidsgraad staat vermeld op de bordjes. Als je het CX parcours vastknoopt aan deze mountainbikeroute, kom je op een rondje van iets meer dan 3 km.

Ik heb de routes gereden op de mountainbike, en met eigenlijk nauwelijks ervaring op de mountainbike was dit prima te doen als je de rockgarden en 3-sterren singletracks omzeilde. Maar na de smaak te pakken te hebben was het tijd om de moeilijkere klimmetje en singletracks te proberen. Zeker uitdagend, maar ieder rondje ging het beter. Als je enige ervaring hebt, is de MTB route ook te doen op de crosser. Je zult dan waarschijnlijk wel even de fiets op de schouder moeten nemen bij het beklimmen van de Balenberg en bij de stenen trap.

Naast deze twee disciplines is er ook gedacht aan de BMX’ers en de allerkleinsten op de fiets. Tussen de singletrack en het CX parcours ligt een BMX freestyle parcours. Aan de rand van het terrein bevindt zich een pumptrack. Erg leuk om te zien hoe daar kinderen die de nog maar net verlost zijn van zijwieltjes, al aan hun crosskwaliteiten aan het werken zijn.

Even Bijkomen
Het is toch een altijd een stuk intensiever dan zomaar een rondje op de weg. Na 1,5 uur op de fiets (dat ziet er op Strava zo uit) krijg ik toch wel honger en dorst. Boven het Museum bevindt zich een restaurant met terras, met uitzicht over het mountainbikeparcours. Daar kun je precies eten wat je als fietser nodig hebt. Ik bestel een heerlijk groot bord pasta. Ook staan er heerlijke Belgische speciaal biertjes op de kaart, ik heb er wel eentje verdient na de eerste keer dit jaar weer op de mountainbike.



Van alle gemakken voorzien
Naast het restaurant, zijn er nog meer voorzieningen die ik als fietser kan waarderen. Er zijn kleedkamers waar ik mijn spullen kan opbergen in een kluis, en als ik onder de modder zit, zo’n 1,5 uur later kruip ik heerlijk onder de douche. Ook de fiets kan ik een goede douchebeurt geven bij het afspuitpunt. Je kunt je eigen mountainbike of crosser meenemen, maar er je kan er daar ook een huren. Dat laatste is wat ik heb gedaan. Mechanieker Tony de Haes werpt een blik op je en even later zit je op een perfect afgestelde fiets. Tony was de vaste mechanieker van Sven toen hij nog wedstrijden reed, en nu staat hij in het Trek Testcenter wat zich ook op de Balenberg bevind. Je kunt daar een MTB of Crosser te huren, maar het is ook een prima plek om er een te testen. Er zijn namelijk verschillende modellen MTB’s en crossers van Trek aanwezig. Dus mocht je van plan zijn er een aan te schaffen, dan is dit wel de mogelijkheid om de fiets op de proef te stellen.

Dit aangelegde parcours is overigens het gehele jaar door geopend, en de training is helemaal gratis. Als je gebruik wil maken van de Trek fietsen (op afspraak) dan kost dat € 39,95 voor de hele dag, maar dat bedrag krijg je weer terug als je een fiets besluit te kopen bij je dealer. Kom je trouwens met de auto, of misschien wel met camper, dan kun je die kwijt op de ruime parkeerplaats aan de rand van het parcours. Tevens is de Balenberg ook een goede plek om op de mountainbike of crosser te vertrekken omdat er daar ook langere routes zijn. Zo is er een groene of rode lus. Of koppel de twee uitgepijlde routes aan elkaar tot een 34 km lange tocht door het Hageland. Mocht je de crosskriebels nog niet te pakken hebben, dan kun je de Sven Nys Cycling route rijden op de wielrenfiets. Deze 93 km lange tocht over de wegen waar Sven zelf het liefst traint. Maar dat is nu haast niet voor te stellen aan de start van de herfst en het crossseizoen.

Voor meer info over het Sven Nys Cycling Center