Stages Powermeter | Racefietsblog.nl

De profs zouden niet weten wat ze zonder moeten en voor een aantal serieuze wedstrijdrenners is dit ook een must-have op de fiets; een vermogensmeter. Vorig seizoen testten we een SRM, de grondlegger van vermogensmeters op de fiets. Tijdens de Giro delle Dolomiti gaf Stages ons de gelegenheid gebruik te maken van hun vermogensmeter.

Stages is een jong amerikaans bedrijf dat sinds 2010 actief is in de wereld van de vermogensmeters. Ze zijn bij het grote publiek sinds afgelopen jaar met name bekend geworden door de samenwerking met Team Sky. Sinds dit seizoen fietsen zij namelijk met een Stages vermogensmeter op de fiets. En als je als nieuweling al zo snel voet tussen de deur krijgt bij het grootste en rijkste wielerteam van het moment, dan worden wij uiteraard nieuwsgierig!

Eerste indruk
Wanneer we het pakketje binnenkrijgen is het een relatief klein doosje van 10 bij 25 cm. Het enige dat er in zit is een linker crank-arm. In dit geval een Ultegra 6700 van 172,5 mm lang. Enige opvallende aan deze crank-arm is het logootje dat Stages naast het Ultegra logo heeft geplaatst en een klein zwart kastje aan de binnenkant waarin de sensor zit. Het zwarte kastje is ongeveer 6 cm lang en 2,5 cm breed. Voorzien van een draaiklepje waarachter zich een knoopcel batterij bevindt. Eigenlijk niets speciaals op het eerste gezicht aan deze crank-arm.

Dat kleine zwarte kastje is uiteindelijk wel waar het om gaat. De crank-arm is geprepareerd met een vermogensmeter en in het zwarte kastje zit de batterij en een ANT+ en Bluetooth sensor. Middels een app op je telefoon kan je contact maken met de vermogensmeter om te kijken of de firmware nog up to date is. Daarnaast kan je via ANT+ verbinding maken met je eigen fietscomputer.

Stages Powermeter | Racefietsblog.nl

In de praktijk
Het installeren van de crank-arm is een fluitje van een cent. Je reguliere crank-arm haal je eraf en de stages zet je erop. Binnen 3 minuten ben je klaar en je hoeft nergens een sensor of magneetje op je fiets of aan je wiel te bevestigen. Eenmaal bevestigd een paar keer draaien met de crank om hem te activeren en vervolgens kan je hem gaan koppelen met je fietscomputer. In ons geval een Garmin Edge 500 en/of een Garmin Edge 800 en in beide gevallen herkent hij de meter meteen. Via de Garmin is het wel noodzakelijk om de Stages even te kalibreren. Dat is makkelijk dan het klinkt; zorg dat de crank verticaal staat en druk op het knopje kalibreren in je scherm en binnen drie seconden hoor je een piepje en is het geregeld. Binnen drie minuten heb je dus een vermogensmeter geïnstalleerd en gekoppeld, een kind kan de was doen! De koppeling met je mobiel is overigens niet geschikt om gegevens op te slaan, enkel om te herkennen, kalibreren en firmware te updaten.

In de test van SRM hebben we aangegeven wat de voordelen van het trainen met een vermogensmeter zijn. Je vermogen is de meest eerlijke factor wanneer je dit tijdens een trainingsrit gaat meten. Hartslag is beïnvloedbaar en (gemiddelde) snelheden zijn afhankelijk van heel veel factoren. Of je nou wind tegen hebt of wind mee; het vermogen blijft gelijk, echter de snelheid zal in het geval van wind mee een stuk hoger liggen.

Nadat de Stages vermogensmeter is geïnstalleerd gaan we er mee op pad. Tijdens het fietsen merk je eigenlijk geen enkel verschil. De Stages crank-arm is 20 gram zwaarder dan een normale crank-arm en dat verschil merk ik natuurlijk niet. Ik heb de Garmin zo ingesteld dat ik constant mijn wattage in beeld zie. Naast wattages registreert de Stages ook je cadans. Fietsend in een groep verspringen je wattages constant. Je hoeft maar een seconde de druk van je pedalen te halen en de waarden veranderen alweer. De overbrenging van de crank naar m’n Garmin is erg direct. Wanneer ik weer begin te trappen gaan de waarden meteen weer omhoog. Na afloop van de training gaan we de Garmin uitlezen en is het tijd om de wattage gegevens te analyseren. En daar mis ik toch wel een stukje software of een online programma. Het kan via Strava, Garmin connect of je download zelf het programma Golden Cheetah, maar het was chiquer geweest als dit erbij geleverd zou worden.

Het analyseren doe ik vervolgens via Strava en hieruit kan ik goed zien welke wattages ik trap en hoelang ik in een bepaalde ‘zone’ heb gefietst. Daarnaast kan ik ook het wattage per kilogram berekenen. En dat is bij klimmers de ultieme vergelijking. Hoe hoger je wattage per kilogram, des te harder je fietst. Zo fietsen de heren Contador en Froome op bepaalde klimmen rond de 5,6 a 5,7 watt/kg. Nu kan ik op dit moment wel een wattage per kilogram gaan berekenen maar dat zegt niets omdat de hoogste klim een plaatselijke viaduct is geweest.

Na de eerste rit in Italië had ik wat meer gegevens om ook daadwerkelijk wat met de wattages te kunnen doen. Na een klim van  ongeveer 54 minuten fietsen met een gemiddelde stijging van 10% trapte ik een gemiddeld wattage van 267 watt. Omgerekend is dat 3,9 watt/kg. De piek in de klim lag op 482 watt en deze zat aan het eind van de klim, een klein eindsprintje dus. Mijn gevoel gaf aan dat ik goed heb ingedeeld en het maximale eruit heb gehaald. Met deze gegevens ben ik de overige klimmen in de week gaan benaderen waarbij er een timing was. Zorgen dat mijn gemiddeld wattage rond de 265 watt ligt dan weet ik zeker dat ik niet geparkeerd kom te staan. Mocht ik nou voor mijn gevoel nog wat extra over hebben zou ik in de laatste 1 of 2 kilometer nog kunnen versnellen ten opzichte van het gemiddeld wattage. Tijdens de beklimming van de Stelvio heb ik een wat lager gemiddelde aangehouden, omdat deze klim langer zou zijn dan een uur. Opvallend is dat ik totaal niet meer op snelheden en/of cadans let. Mijn hartslag zie ik wel, maar ik gebruik de wattages als houvast. Gedurende een etappe koers blijkt dit ook beter te werken want het tweede gedeelte van de week is je lichaam vermoeid. Je hartslag gaat dan niet meer zo makkelijk omhoog als bijvoorbeeld de eerste etappe. Mijn vermogens blijven wel constant en zodoende weet ik ook tijdens de laatste etappes de klimmen goed in te delen!

Pluspunten
+ Prijs (EUR 799)
+ Installatie
+ Slechts 20 gram
+ Valt niet op
+ Geen extra sensoren monteren

Minpunten
– Geen software
– Geen computer (eigen ANT+ computer is vereist)

Conclusie
De Stages wattage meter is een goede trainingspartner. Voor een toerist wat overdreven, maar voor serieuze amateurs en wedstrijdrijders perfect. De installatie is enorm makkelijk en er hoeven nergens extra sensoren te worden gemonteerd. Prettige bijkomstigheid is dat het ook niet opvalt dat je over een wattage meter beschikt, met name met het oog op toertochten waar je bij een pauzeplek je fiets soms onbeheerd achter laat. Gemiste kans is mijns inziens het niet hebben van een analyse software en eigen computer. Echter; hierdoor is wel de prijs erg voordelig. Met 799 Euro voor een wattage meter behoort de Stages tot het goedkoopste segment, maar dit doet geen afbreuk aan de kwaliteit. Houdt er wel rekening mee dat je dan zelf een fietscomputer moet hebben die je kan koppelen. Het trainen met een wattage meter vergt in het begin het nodige puzzel werk m.b.t. het analyseren ervan, maar wanneer je dit onder de knie hebt kan er gericht worden getraind en gekoerst! Feit is ook dat wanneer je het trainen en koersen met een wattage meter onder de knie hebt je op een andere manier gaat trainen en koersen.

De benadering van team Sky; wielrennen is wetenschap sluit wat dat betreft prima aan bij hetgeen Stages je te bieden heeft!

Specificaties
Shimano Ultegra 6700 crank voorzien van Stages powermeter
EUR 799
Ook verkrijgbaar voor Sram, FSA en Cannondale vanaf EUR 699 (shimano 105)
www.stagescycling.com

Stages Powermeter | Racefietsblog.nlStages Powermeter | Racefietsblog.nlStages Powermeter | Racefietsblog.nl