Rugnummers, ideaal om te weten welke renner waar rijdt. Tijdens de cross hebben ze er op elke bovenarm een klein rugnummer en op de rug een groot rugnummer. Nu kijken we tegenwoordig naar renners op fietsen waar elk mogelijk grammetje wordt bespaard en ook de pakken moeten zo aerodynamisch mogelijk zijn. Windtunnel tests, op maat gemaakte pakken, lichtgewicht materiaal en vervolgens maken we er met een paar vooroorlogse veiligheidsspelden nummers op.

Twintig veiligheidsspelden per renner
Afgelopen week viel bij de start op dat Wout van Aert een armnummer had vastgespeld met 6 van die speldjes. Het rugnummer wordt vaak met nog meer speldjes vast gezet. Puur om geen uitstekende of wapperende items aan je pak te hebben. Een korte rekensom leert dat er ongeveer 20 speldjes nodig zijn om alles op de plek te houden. Persoonlijk probeer ik ook altijd het rugnummer zo strak mogelijk op m’n pak te spelden en gebruik hier regelmatig 6 of 8 speldjes voor. Het is een ritueel geworden, het opspelden van je nummer. Je snelpak verkeerd om over de bovenbenen trekken, benen iets uit elkaar zodat het pak op spanning staat en dan pas het rugnummer vastspelden. 3 spelden aan de onderkant, 3 spelden aan de bovenkant en dan beide zijkanten nog voorzien van een speld. Zet ik het pak niet op spanning en ik trek deze aan, scheurt het pak uit. Trek ik het pak te ver uit elkaar tijdens het opspelden, gaat het nummer bol staan. Dit zit niet alleen irritant, het is ook nog eens een prima vangnet voor takken waar je rakelings langs rijdt of je pedaal blijft er net achter haken als je de fiets schoudert. Twee jaar terug is mijn pak uitgescheurd doordat ik te dicht langs een tak reed. Deze bleef achter m’n rugnummer haken, scheurde het nummer kapot en ik zat met een blote bil/onderrug op de fiets.

Een klein uitstapje naar de atletiekwereld waar verspringster Ivana Spanovic een zilveren medaille kreeg in plaats van goud. Op het wereldkampioenschap nota bene. Ze sprong het verst, echter raakte haar losgeraakte rugnummer 14 centimeter eerder al de grond. Geen 7.10 meter maar 6.96 meter werd er genoteerd. Zilver! Goud verloren door een losgelaten speldje. Dus het goed vastmaken is belangrijk.

Kan dat nou niet anders?
Regelmatig staan we tijdens de cross aan de start waarbij er her en der nog even een losgeschoten speldje weer wordt vastgemaakt. Het zal niet de eerste keer zijn (en voorlopig ook niet de laatste) dat er een renner valt en zichzelf bezeerd door een speld. Niet ernstig, maar kan dat nou niet anders?
Nu zal gewicht niet het doorslaggevende argument zijn, want het gewicht van zo’n speldje is te verwaarlozen. Maar aerodynamica en veiligheid zijn toch wel twee punten die in de wielerwereld dagelijks ter discussie staan. Daarnaast zijn er tal van mogelijkheden om dit anders op te lossen.

Voor de uitslag zijn rugnummers helemaal niet nodig, want iedereen rijdt met transponder. Niet in alle wedstrijden, maar dat zou al een oplossing kunnen zijn. En dan de transponder om je enkel, net als bij schaatsen. Je kan fiets wisselen, schoenen wisselen maar je tijd blijft geregistreerd. Oke; rugnummers zijn handig om renners te herkennen. Waarom dan niet alle renners een vast rugnummer geven voor het gehele seizoen. Net als bij auto en motorsport. Dan kan de kledingfabrikant dit prima bedrukken/verweven in het shirt of broek waardoor een renner alsnog herkenbaar is. Maar misschien nog wel het makkelijkste op dit moment: het trucje van de Endura skinsuits. Een pak waarbij er een doorzichtig vlak op de rug zit, waar je aan de binnenkant je rugnummer in kan schuiven. Geen speldjes, geen gaatjes in je pak, geen verlies van aerodynamica en toch iedereen herkenbaar! Dan zijn er nog de magneetjes in plaats van de speldjes, maar daar hebben we al eens mee gereden en dat was ook niet zo’n succes.

De mooiste oplossing is wat mij betreft de vaste rugnummers gedrukt op je snelpak, maar tot die tijd is het goed zaken doen als veiligheidsspeldleverancier. 🙂