Als jongetje van 8 jaar kan ik me nog goed die kleine Schotse klimmer herinneren. Stiekem was het mijn held, Robert Millar.

Hij kon met de besten mee naar boven en af en toe was hij zelfs de beste. Hij veroverde in 1984 de bolletjestrui in de Tour de France (zijn beste Tour met een 4e plaats overall) en won één etappe. Het jaar ervoor won hij ook al een etappe in de Tour. In ’85 en ’86  werd Millar tweede tijdens de Vuelta en het jaar erop werd hij tweede in de Giro. Dat was de Giro waar hij teamgenoot van Eric Breukink was, die overigens derde werd, bij het Panasonic Team.

Andere teams waar hij voor heeft gereden zijn onder andere Peugeot, Z-Peugeot en TVM. Het meest markante verhaal van Millar is misschien wel die Vuelta van 1985 die hij op een ietwat vreemde manier verloor. De een na laatste etappe (de laatste is altijd een formaliteit) had hij een kleine voorsprong op de nummers 2 (Rodríguez) en 3 (Cabestany). Dus die twee moest hij tijdens deze laatste bergetappe in de gaten houden en de winst van de Vuelta zou binnen zijn. Maar door een lekke band, waarna hij wel weer terug kwam bij de groep, had hij niet door dat Delgado was weggesprongen. Delgado stond in het klassement toen op zo’n 6 minuten van Millar. Op zich niet iets waar Millar zich zorgen over hoefde te maken, behalve wanneer niemand in de groep je vertelt dat hij weggesprongen is (lang leve de oortjes). Ondertussen kreeg hij op de laatste klim alvast de felicitaties van zijn directe concurrenten omdat die zich gewonnen gaven, toen uiteindelijk zijn teamleider naast hem kwam rijden om te vertellen dat Delgado samen met Recio op kop reden. Toen was het al te laat. Millar verloor de Vuelta met 36 seconden achterstand op Delgado. Bizar.

Tegenwoordig schrijft hij tijdens de Tour af en toe voor CyclingNews en ook af en toe voor Rouleur. Maar hij zal toch in mijn herinnering blijven als de kleine Schot, die als een held de bergen op danste. Hieronder de docu uit ’85 genaamd: The High Life

 

 

Tags: