De profrenner heeft te maken met een minimum gewicht van zijn racefiets van 6,8 kg (UCI regel). Daardoor is het lichter en lichter maken van een fiets een beetje aan zijn eind.

Want vaak moet aan de proffietsen zelfs extra gewicht worden toegevoegd. Maar waar kunnen de fabrikanten dan nog wel winst mee behalen? Met aërodynamica. En dat zien we ook steeds meer terug in de verschillende Aero racefietsen.

Aerodynamica klinkt heel eenvoudig; hoe minder luchtweerstand hoe sneller je kan fietsen. Maar helaas is dat een beetje kort door de bocht omdat je ook te maken hebt met luchtstromen die voordelig of nadelig kunnen werken. Soms kan een ontwerp voor het oog minder aërodynamisch zijn, maar in het echt toch aërodynamischer werken. De autoliefhebbers onder ons herinneren zich nog wel de Volvo 850 (stationwagen) waarin Jan Lammers racete in de BTCC. Dit omdat zonder achterspoilers de stationwagen aërodynamischer was dan de sedan versie. Maar dat even terzijde.

Hoe test je de aërodynamica. In een windtunnel. Specialized kwam met het bericht dat zij een eigen windtunnel hebben gebouwd. Ze hebben er een mooie timelaps (van 7 maanden bouwen) van gemaakt en dan krijg je sterk het gevoel dat je dat zelf ook wel zou willen maken in je garage. Al is het alleen maar om aan je vrienden te laten zien. Want zeg nou zelf: Dat ziet er toch cool uit, je racefiets in zo’n windtunnel!?

(voor diegene die niet zoveel budget hebben is er altijd nog de Ritte Low Budget Windtunnel)