De finale van de voorjaarsklassiekers: LBL staat komende zondag op ons programma. Opeens lijkt het beestenweer van La Primavera ver weg.

De koersen van de laatste paar weken werden vrijwel allemaal met goed weer verreden. De start van het klassieker-seizoen was alleen wat fris.

Luik-Bastenaken-Luik is de laatste van de klassiekers die meetelt voor het UCI World Tour klassement waarin Cancellara nog altijd aan de leiding gaat. Vrijwel elke wedstrijd waar hij startte eindigde ‘ie in de top 10. Maar komende zondag is hij, net als de nummer 2 Sagan er niet bij.

De bijnaam van LBL is ‘La Doyenne’ dat verwijst naar het feit dat de koers de oudste van alle klassiekers is. Al in 1892 startte 32 amateur wielrenners in Luik voor een tocht van 250 kilometer. Na bijna 11 uur kwam de in Luik geboren Belg Léon Houa als eerste over de streep. En om te laten zien dat het geen toevalstreffer was, deed ‘ie dat in 1893 en 1894 ook! Dat laatste jaar was Houa al prof geworden en Belgisch kampioen, een groot rijder dus.

De route is in al die jaren maar weinig veranderd. Waar de Vlaamse klassiekers om de zoveel tijd nieuwe wegen inslaan, daar fietst men in deze koers toch eigenlijk min of meer dezelfde route. Vanuit Luik direct zuidwaarts waarbij de renners zo’n 100 kilometer hebben om wakker te worden totdat ze in Bastenaken aankomen. Klimmetjes zijn er nauwelijks en vaak springt er een groepje vrijbuiters al vroeg weg. Maar dan, zodra de sturen richting Noorden gaan wordt het genieten. De côte de Wanne, de côte de Stockeu, col du Rosier en de côte de la Redoute volgen elkaar al snel op. En vergis je niet, ze zijn maar kort, maar oh zo venijnig deze klimmetjes. Vooral de Wanne staat vanuit het niets opeens voor je neus, op tijd schakelen is het devies. De finish ligt meestal net buiten Luik, ook dit jaar, in Ans. Met een leuk klein stukje bergop net voor de meet. Zorg dat je in ieder geval klaar zit voor de laatste 5 kilometer, de Saint-Nicolas is meestal scherprechter in deze wedstrijd.

Met een historie als LBL zijn er natuurlijk ook legendarische edities geweest. In 1980 stapten 100 van de 174 renners in Bastenaken al af. Er viel sneeuw, het was koud en uiteindelijk won de man die daar als geen ander tegen kon: Bernard Hinault. Hij was de eerste van slechts 21 renners die Luik wisten te halen die dag. Het gevoel in zijn vingers is tot op de dag van vandaag nog steeds niet teruggekeerd, slecht weer is blijkbaar van alle tijden. [zie video hieronder]

Vorig jaar zakte Nibali vlak voor finish keihard door het ijs. Maksim Iglinski was toen te sterk voor ‘m. Dit jaar zijn de twee ploeggenoten bij Astana. Of hij dit jaar mee kan doen voor de hoofdprijs is moeilijk in te schatten. De finish is niet zo zwaar als in de Waalse Pijl (waarmee deze koers vroeger het Ardens wielerweekend vormde). Wat dat betreft zijn het toch weer een beetje dezelfde namen die we in de finale vooraan verwachten: Moreno die de Waalse Pijl won, Philippe Gilbert die de Belgische eer kan redden, of misschien eindelijk weer eens een Nederlander zoals Mollema, Boom, of misschien wel Thomas Dekker die meefietst.

We gaan het zondag zien en afscheid nemen van een prachtig serie klassiekers die dit jaar alles in zich hadden. Van heroïsche omstandigheden tot nagelbijtend spannende finales. Ik kijk nu al uit naar het voorjaar van 2014.