Een cyclocrossfiets (of cyclocrosser of veldrijfiets) is toch een racefiets met dikke banden? Dit hoor je vaak. En ja, dat klopt voor een deel, maar zo eenvoudig is het nou ook weer niet. Er is genoeg verschil.

Maar hoe prop je die dikkere banden met profiel dan tussen je toch al krappe ruimte van je remmen? Inderdaad… blijkbaar zijn er nogal wat verschillen. Hoewel op het eerste gezicht een racefiets erg lijkt op de cyclocrossfiets, en de houding erop ook vaak redelijk overeenkomt is het niet een racefiets met dikkere banden.

Grootste verschillen

Banden

Net als voor de mountainbike heb je voor je cyclocrossfiets banden met grof profiel (voor de modder) en wat fijnere profielen (voor bijvoorbeeld op het strand of harde ondergronden). Zo is de bandbreedte bij een racefietsband vaak 25 of zelfs 28 mm, bij een cyclocrossfiets is het meestal 33 mm. Ook is de bandenspanning heel belangrijk en vaak relatief laag. Wanneer je op je racefiets rijdt met zo’n 6 – 8 bar, doe je in je cyclocrossband veel minder. Afhankelijk van je gewicht en of je met tubes of clinchers rijdt zit je gemiddeld zo rond de 2 bar.

Vork

De voorvork en achtervork zijn iets breder om de bredere banden ertussen te laten passen. Ook blijft door de ruimte de modder minder goed hangen.

Remmen

Er wordt voornamelijk met schijfremmen gereden. Heel af en toe vind je nog de zogenaamde Cantilever remmen. Deze hebben als voordeel, ten opzichte van de normale velgremmen, dat de modder er minder makkelijk tussen blijft vast zitten. Daarbij zijn ze ook iets robuuster en steviger. Maar zoals gezegd, tegenwoordig rijdt het grootste gedeelte van de renners met schijfremmen.

Frame

De wielbasis is iets langer dan bij de normale racefiets. Dit voor meer comfort en voor extra ruimte tussen het achterwiel en staande zadelpenbuis zodat daar minder snel modder tussen blijft steken. De frames worden tegenwoordig wel steeds compacter om extra stijfheid te krijgen. Vooral met de snelle parcours heb je hier dan weer voordeel van. Verder is het frame vaak versterkt omdat het nogal wat klappen onderweg moet verduren. Ook heeft het frame vaak een platte bovenbuis. Je kunt je voorstellen dat een druppelvormige buis niet zo lekker op je schouder draagt.

Bracket

Het bracket zit bij een cyclocrosser hoger dan bij een racefiets zodat je beter kunt doortrappen in de bochten.

Stuur

Het stuur staat vaak iets meer rechtop omdat aërodynamica niet zoveel voordeel heeft in de bossen.

Groepset

De groepset heeft vaak andere voorbladen (vaak wat kleiner). Zodat je ook de steile klimmetjes op kan. Tegenwoordig zie je steeds vaker dat er maar één kettingblad voor te vinden is. Zo hoef je alleen achter te schakelen en dit zorgt weer voor minder kans op misschakelen. Naast mechanisch wordt er ook regelmatig electronisch geschakeld.

Pedalen

Pedalen – Er wordt gebruik gemaakt van mtb pedalen. Want door alle modder en het vele lopen met de fiets, gaat het inklikken al moeilijk genoeg. Met normale wegpedalen zou dat helemaal niet meer gaan. Ook wordt er gereden met mtb-schoenen.

Kortom, een cyclocrossfiets en een racefiets zijn dus best verschillend.