Wanneer je hier vaker rondkijkt, heb je vast wel eens wat gelezen over de Transcontinental Race. Dit jaar wordt alweer de 5e editie gereden van deze monster-wedstrijd. Zo’n 4000 km waarbij je de route grotendeels zelf mag bepalen.
De start is in Geraardsbergen (België) en de finish is in Meteora (Griekenland). Onderweg zijn er vier checkpoints die je moet aandoen, voor de rest mag je zelf de route bepalen. De hele tocht doe je in je eentje, dus je krijgt geen support onderweg van een team. Léon van Leeuwen gaat dit jaar zijn eerste Transcontinental Race rijden en wij volgen hem om een beeld te krijgen wat er allemaal bij komt kijken. We waren bij hem thuis om eens te horen over het hoe en waarom. Léon werkt trouwens als Marketing Specialist bij Specialized Nederland maar deze wedstrijd is een privé initiatief. Natuurlijk krijgt hij wat ondersteuning met de fiets en onderdelen.
Waarom de Tanscontinental Race?
“Ik had gelezen over het evenement en was benieuwd of ik dat ook zou kunnen. In eerste instantie denk je toch dat zoiets helemaal niet kan. Je denkt dan ook direct aan praktische dingen zoals waar zou ik overnachten en waar zou ik eten. Ik merkte dat het idee van de race mij niet losliet, en besloot uiteindelijk om het gewoon te proberen. Ik had me vorig jaar ook al ingeschreven maar ben toen uitgeloot. Deze keer werd ik ingeloot.”
Waar zie je het meeste tegenop?
“De afstand moet lukken maar het selfsupporting gedeelte, daar zie ik toch wel het meeste tegenop. Daarom heb ik wel een plan gemaakt als voorbereiding. Ik wil onderweg wel in een hotel slapen als het kan, dan slaap ik tenminste goed. Voor de zekerheid neem ik een kleine slaapzak mee mocht ik een keer geen hotel kunnen vinden. De route die ik ga fietsen, heb ik al wel globaal klaar. Details moet ik nog uitzoeken.”
Hoe bereid je je nu al voor?
“Het belangrijkste is om kilometers op de fiets te maken. In principe heb ik niet zo’n hele strakke planning.” Zijn vriendin Margot, die iets meer van de planning is en een van de oprichtsters van Kek Fietsclub, vult aan: “als uitgangspunt fietst hij 1 à 2 keer een lange afstand en 2 keer een kortere afstand in de week.” Léon weer: “Dit trainen moet naast mijn fulltime baan, maar gelukkig snapt mijn werkgever dat ik deze race wil rijden waardoor ik wat flexibel kan zijn met mijn werktijden. Afgelopen week heb ik een trainingskamp op Mallorca gehad en in juni ga ik een meerdaagse simulatie fietsen omdat je op die manier allerlei praktische dingen tegenkomt waar je rekening mee kan houden.”
Als je met zo’n wedstrijd mee doet ben je vast een doorgewinterde wielrenner?
“Dat valt best mee. Fietsen was altijd al wel mijn hobby en ik fietste zo’n 5000 tot 7000 km per jaar. Maar mijn langste afstand die ik voordat ik hier aan begon ooit had gefietst was zo’n 170 km terwijl ik voor de race toch zo’n 250 km per dag moet fietsen.”
Aan Margot: Wat vind je ervan dat Léon dit gaat doen?
“Natuurlijk heel erg leuk voor hem. Maar door de lange afstanden die hij moet trainen, is hij er toch vaak niet. Normaal fiets ik wel een rondje met hem mee, maar wanneer hij zulke lange afstanden gaat fietsen, moet hij dat in zijn eentje doen. Hij is dus wel wat minder thuis. Gelukkig is voorbereiding zo’n half jaar en is dit project eenmalig.” Léon vult aan: “Nou, in principe was het wel de bedoeling dat het eenmalig zou zijn maar ik kan me voorstellen dat als ik het om welke reden ook niet haal, dat ik het volgend jaar weer over zou willen doen.” Verder hardop nadenkend: “En mocht ik het wel halen, nou dan zou ik misschien wel iets met nog meer uitdaging willen.” Eindigend met een ietwat verbouwereerd gezicht van Margot.
Let je nog op je eten en drinken tijdens de voorbereiding?
“Een beetje, ik eet en drink wel gezond maar ben daar niet echt heel erg mee bezig. Tijdens de race moet je het ook doen met wat voorhanden is. En af en toe een biertje moet ook gewoon kunnen. Ik doe ook niet mee om te winnen maar om de race uit te fietsen en dan wel het liefst binnen 15 dagen. Want de 15e dag organiseert de organisatie het eindfeest en dat wil ik wel graag meemaken.” (Afgetraind hoeft hij niet te zijn en de opmerking dat “er best een vetrand aan mag zitten”, had hij liever niet teruggezien in dit interview :-))
Tot slot, heeft het noodlottige ongeluk van de organisator Mike Hall tijdens een soortgelijke race je mening om mee te doen nog iets veranderd?
“Ik ben natuurlijk erg geschrokken van het overlijden van Mike Hall, maar ik zie het risico niet groter worden. Je weet dat fietsen gevaren met zich meebrengt, en er kan altijd iets gebeuren. Zo’n ongeluk als bij Mike is natuurlijk verschrikkelijk, maar je moet proberen om dat naast je neer te leggen.”
Leuk om te zien dat je voor zo’n monster-doel, niet per se een professioneel sportman hoeft te zijn. Naast je fulltime baan en met een passie voor wielrennen moet het ook lukken (dat is tenminste het doel van Léon). De komende weken komen we zeker nog terug op zijn voorbereiding. Zoals op de vraag: wat neem je nou allemaal mee tijdens zo’n race? Ook op ons Instagram account zul je af en toe foto’s tegenkomen die hij heeft gemaakt tijdens zijn voorbereidingen. Op 28 juli gaat het allemaal van start! Je kan Léon zelf ook volgen op zijn eigen blog dat hij bijhoudt voor de liefhebbers.
De blog Crossing the Continent vind je hier.