Het wielerseizoen is amper afgelopen of we mogen al weer vooruit kijken naar de grootste wedstrijd op de kalender van 2020. Van 27 juni tot 19 juli trekt de tourkaravaan door Frankrijk. De meeste kilometers worden dit jaar afgelegd in het zuid-oosten van het land en de renners zullen in deze drie weken de landsgrens van Frankrijk niet passeren.
Grand Départ in Zuid-Frankrijk, geen proloog
Het Grand Départ vindt plaats in en om de kustplaats Nice. De eerste etappe is een rit in lijn en staat in het roadbook als een vlakke etappe. Als ik kijk naar het routeprofiel, zitten er vier klimmen in en is het vanaf het vertrek heuvel op. Ik ben benieuwd welke sprinters dit overleven om kans te maken op de gele trui.
Tweede rit meteen bergetappe
De tweede etappe hebben ze naar mijn idee wat beter ingeschat en krijgt de stempel van bergetappe. Meer dan 40 klimkilometers met gemiddelde stijgingspercentages van boven de 6% en 7%. Daarmee zal er na de eerste twee dagen al serieus wat verschil ontstaan in het klassement. Na een vlakke derde etappe, waarbij naar mijn idee de sprinters voor het eerst echt voor hun kansen kunnen gaan, zal de vierde etappe weer eentje zijn voor de klimmers. De eerste finish bergop ligt hier op 1825 meter hoog.
Daarna via vlak en heuvels naar de Pyreneeën
De etappes die volgen zijn een afwisseling van vlak en heuvelachtig al heb ik het idee dat dit niet in een massasprint zal eindigen. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van hoe groot de verschillen zullen zijn na de eerste serie pittige etappes. In etappe acht rijden de renners de Pyreneeën in en zullen ze na 140 kilometer finishen in Loudenvielle, na de afdaling van de Peyresourde. De dag erna is wederom een stevige etappe, met op een kleine 20 km voor de finish de top van de Col de Marie Blanque. Een klim waarbij met name het tweede deel de stijgingspercentages richting de 12% gaan. Hopelijk zal hier een mooie strijd ontbranden aangezien de dag erna de eerste welverdiende rustdag gepland staat.
Op weg naar de Alpen
Na een lange verplaatsing zullen de eerste etappes na de rustdag ‘vlak’ zijn om in etappe 12 naar het centraal massief te rijden. Ook de etappes die daarop volgen zijn volgens de tour organisatie vlak, maar bevat het nodige klim werk over de Franse heuvels. Etappe 15 zal er een zijn die ongetwijfeld door de klassement mannen alvast rood is omcirkeld. Deze dag wordt de Grand Colombier van maar liefst drie verschillende kanten beklommen. De eerste beklimming is 15,3 km, 7,9% gemiddeld met uitschieters tot 14%. De tweede keer is 15,9 km, 7,8% gemiddeld waarbij de 19% stijging zelfs moet worden overwonnen. De laatste keer is relatief gezien de minst zware, met 6,9 % gemiddeld over een lengte van 18,3 km. Daarbij zitten er overigens ook weer stukken in waarbij de 14% wordt aangetikt. Prettig voor de renners om te weten is dat de dag erna ruimte is voor de tweede rustdag.
Laatste 6 etappes is het lekker veel klimmen
Het slotstuk van de tour is niet veel anders dan de twee voorgaande weken. Zes etappes waarin heel veel hoogtemeters moeten worden overwonnen. Slechts twee van de laatste zes etappes zijn vlak waarvan etappe 21 de traditionele rondjes rondom de Arc de Triomphe zijn.
Inclusief één tijdrit
De dag voor de slotetappe kan het hele klassement voor het laatst op de kop gezet worden. In de voorlaatste etappe vindt de enige tijdrit plaats van deze tour. Na een ‘vals plat’ aanloop van zo’n 30 kilometer zal de klim naar La Planches Des Belles Filles de laatste van deze tour zijn. De finish ligt aan het eind van 6 kilometer lange klim. Een klim die eindigt op een gravelstrook waarbij de stijgingspercentages oplopen tot 20%. Het zal mij niet verbazen als de gele trui drager ook deze tijdrit op zijn naam schrijft en daags nadien op de hoogste trede op de Champs Elysees staat.