Het meten van je vermogen geeft het meest nauwkeurige beeld van je prestaties. De nauwkeurigheid maakt dat dit ook een perfect gegeven is om je trainingen op af te stemmen. Een aantal jaren geleden zorgde Stages voor enige opschudding door een zeer betaalbare vermogensmeter op de markt te brengen. Een bedrag van € 800,- is zeker niet niks, maar in vergelijk met de oudgedienden in de wereld van vermogensmeters, was dit goedkoop te noemen. Inmiddels zijn we, sinds de oprichting van Stages, acht jaar verder en hebben ze in Amerika niet stilgezeten.
De derde generatie vermogensmeters van Stages is een feit. Ook hebben ze met de Dash een eigen fietscomputer, kan je trainingen plannen en analyseren met de Link software en is het mogelijk om met de nieuwste Shimano-groepen het vermogen van beide benen te meten. In de zomer van 2014 reed ik met de eerste generatie Stages in de Dolomieten en dit seizoen zit er een derde generatie Stages vermogensmeter gemonteerd op mijn fiets, de Power L. In combinatie met de Stages Dash computer die mij de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van gerichte trainingen en analyses via de online software. Later in het seizoen gaan we dit pakket uitbreiden met de rechter vermogensmeter. Dan hebben we dus in feite de Power LR.
Uitpakken!
Net als de vermogensmeter zelf is ook de verpakking vernieuwd ten opzichte van de eerste generatie die ik in handen had. Een soortgelijk doosje, maar nieuwe looks, en nog steeds met een sticker van Team Sky. In het doosje zit de linker crankarm. In mijn geval een Ultegra R8000 uitvoering van 172,5 mm. Naast de netjes in plastic verpakte crankarm een handleiding, stickervel en een kaartje met het serienummer en ANT+ ID van deze crankarm. Deze handleiding is net als de online support in het Engels en een aantal andere talen, maar niet in het Nederlands.
In principe is de vermogensmeter vergelijkbaar met die uit 2014. Er is een klein zwart plastic ‘kastje’ aan de binnenkant van de crankarm geplaatst. Ook bij de derde generatie vermogensmeters is dit het geval. Echter wel met een nieuwe Ultegra R8000 crankarm en een iets andere vorm van het zwarte kastje. Het kastje is minder dik en het klepje van de batterij is steviger. Dit is aangepast tijdens de ontwikkeling van de tweede generatie Stages vermogensmeters. De derde generatie maakt gebruik van dezelfde behuizing, echter is er aan de buitenkant een klein lampje toegevoegd dat aangeeft dat de vermogensmeter ‘wakker’ is en geeft een indicatie van de status van de batterij. Aan de binnenkant van dit kastje is er meer veranderd dan enkel het toegevoegde lampje. Het binnenwerk is iets aangepast, waardoor de jongste vermogensmeter een nauwkeurigheid heeft van +/- 1,5 %. Bij de eerste en tweede generatie was dit 2 %. De batterij, een knoopcel CR2032, gaat ongeveer 200 uur mee.
De Stages is te koppelen via ANT+ of Bluetooth en kan hierdoor met nagenoeg alle fietscomputers verbinden. Het maximale meetbare vermogen is 2500 watt en als je meer dan 220 omwentelingen per minuut maakt zal dit niet meer worden weergegeven. Om een Stages crankarm te kunnen monteren is het handig om even te checken of je minimaal een centimeter ruimte hebt tussen je crankarm en de achterbrug van je frame. Mocht je twijfelen kan je op de online support pagina hier meer informatie over vinden.
Installatie en de Stages App
Het installeren van de Stages vermogensmeter is een soort ‘plug and play’. Hiervoor hoef je niet heel handig te zijn. Je vervangt de bestaande crankarm voor de crankarm waar de vermogensmeter op zit en je bent al bijna klaar om te gaan. Als je de crankarm met Stages uit de verpakking haalt zit er nog een stukje plastic tussen de batterij. Als je deze verwijderd maakt de batterij contact en is de vermogensmeter bruikbaar. Heb je dat gedaan kan je de vermogensmeter ‘wakker maken’ door de crank een keer rond te draaien. Het groene lampje begint te branden en je kan de vermogensmeter koppelen aan je fietscomputer of aan de app.
De app van Stages kan je gebruiken om de vermogensmeter te kalibreren en firmware te updaten. Als de vermogensmeter wakker is wordt deze via Bluetooth aan je telefoon gekoppeld. Zet je linker crankarm verticaal naar beneden voordat je gaat kalibreren. Na kalibreren heeft de vermogensmeter een nulpunt zonder gewicht. Wanneer je gaat kalibreren als er (zwaarte)kracht op het pedaal staat, zal hij dit zien als nulpunt en krijg je “oneerlijke” meetgegevens. Na het kalibreren en koppelen is je vermogen op het beeldscherm van je fietscomputer af te lezen. In mijn geval wordt de vermogensmeter gekoppeld aan de bijbehorende (maar optionele) Stages Dash computer.
Stages Dash
Vorig jaar werd rond deze tijd de Dash aangekondigd als uitbreiding op de vermogensmeter. Qua uiterlijk is het doosje vergelijkbaar met die van de vermogensmeter. De vorm is iets anders. In de verpakking zit de computer in een mooi stevig etuitje, zodat de computer ook onbeschadigd vervoerd kan worden. Om te zorgen dat je hem niet onverhoopt verliest wordt er een koordje meegeleverd waarmee je de hem aan je stuur kan binden. Mocht de computer lostrillen van de houder, dan blijft hij dus aan het koordje hangen. Verder zit er een USB-kabel en een handleiding in het doosje. De handleiding voor de Dash is wel in het Nederlands.
Standaard wordt er een out-front mount voor 31,8 mm sturen meegeleverd. Optioneel zijn er houders verkrijgbaar voor op de stuurpen, op een ligstuur of voor een ‘integrated cockpit’ zoals bijvoorbeeld het Pro Stealth Evo stuur. De houder is simpel te monteren op het stuur. Door het stuur waar ik mee rij was het een beetje passen en meten, maar het kan net. Dit ligt overigens niet aan Stages maar aan de keus van mijn cockpit. De sterke aerovorm van het stuur maakte het lastiger. Opvallend is de manier van bevestigen van de computer op de houder. Het is geen draai en klik systeem zoals we dat bij de meeste fietscomputer zien. De Dash moet je stevig op de houder drukken, totdat het blauwe lipje in de sleuf van de computer vastklikt. Dit lukt niet met één hand en kost wat moeite. Dit werkt het best wanneer je met een hand het blauwe lipje naar achter trekt. Daarbij is het wel handig om op de rand van de computer te drukken, want het beeldscherm kan je een beetje indrukken. Een beetje vergelijkbaar met de beeldschermen van oude mobiele telefoons.
Portrait of landscape
Je kan de Dash in portrait (verticaal) of landscape (horizontaal) modus monteren op de mount. Landscape is de meest logische manier, al is het maar omdat het logo dan goed staat. De Dash heeft vijf fysieke knoppen. Aan de linkerkant zitten twee knoppen, waarbij je de bovenste gebruikt voor het aan/uit zetten en het starten van een rit. De knop eronder kan je gebruiken om tijdens je training rondes op de slaan. Aan de rechterkant zitten drie knoppen. Twee pijltjes om door het menu te scrollen en een stip om je keuze te bevestigen. Bovenaan het beeldscherm staat het Stages logo, net als op de voorkant van de behuizing.
Ondanks dat ik in eerste instantie moest wennen aan deze landscape modus van de computer, ziet het er niet gek uit. Je kan de computer ook kantelen en in de portrait modus monteren. Dit is de montage zoals je het bij andere fietscomputers ook vaak ziet. Wanneer je deze manier van monteren kiest kan je bij de instellingen het beeld mee laten draaien, dat gaat niet automatisch zoals je gewend bent bij je telefoon. De logo’s en de fysieke menuknopjes draaien natuurlijk niet mee. Dit vind ik er toch wat vreemd uitzien en het bedienen onderweg is niet heel handig op deze manier. De batterij van de Dash gaat volgens de beschrijving ongeveer 20 uur mee en het opladen gebeurt middels de meegeleverde USB kabel. Aan de achterkant van de Dash zit een rubberen lipje waarachter deze aansluiting zich bevind.
Makkelijk te installeren allemaal, dus dat is een goed begin. Komende maanden zal ik deze items gaan testen voor een uitgebreide review. Zoals gezegd zal daar in de loop van het seizoen ook de uitbreiding met rechter vermogensmeter bij komen. Stay tuned!
via Stages
