Na de rustdag, waarop we een klein rondje van 40 km hebben gemaakt, is het tijd voor de Sella Ronda. De wekker gaat om 05:30 uur en om stipt 7:00 uur zitten we weer op de fiets naar Bolzano.
Etappe 4:
Strava-file
De Sella Ronda (een ronde dus) bestaat uit vier klimmen en heeft een lengte van 52 kilometer. Tenminste, als je vanuit het bekende wintersportoord Valgardena vertrekt. Wij hebben het geluk dat we vandaag vanaf Bolzano eerst naar Valgardena fietsen en na de Sella ronde ook weer terug mogen! Totale lengte: 175 km inclusief de ritjes van en naar het hotel. Wat betreft de ritjes naar van het hotel naar de beurs in Bolzano; we zijn het er allemaal over eens dat de weg er naar toe elke dag wat langer wordt. Afijn, we zijn onderweg en de eerste 50 kilometer lopen gematigd bergop en geeft ons vooral de tijd om goed te eten. Bij de verzorgingspost de bidons weer opnieuw vullen, zodat we in de 10,5 kilometer bergop van de Sella-pas niet zonder komen te zitten.
Het getimede gedeelte van deze etappe begint in Valgardena en door een sanitaire stop voor het dorp ben ik de aansluiting met een groep kwijt, maar dat is op zich voor vandaag geen groot probleem. De klim loopt heel geleidelijk met een gemiddelde van 6.8%. Geen open vlaktes waar wind een rol kan spelen en ook geen dalende stukken waarbij je in het wiel van een ander wilt zitten. Kortom, eigen tempo. Na een drietal kilometers merk ik dat het ritme goed gaat, hartslag zit rond de 175 en de wattages rond de 270. Voordeel van een wattage meter is dat je de rit nog beter kan indelen en beter zicht hebt of je te hard start of misschien nog wel meer kan. Normaliter lette ik op m’n hartslag maar dat is na vijf dagen fietsen geen goede richtlijn meer. Door mijn sanitaire stop voorafgaand aan de timing zit ik wat verderop en kan ik constant groepjes mensen bijhalen en vervolgens voorbij fietsen. Dit motiveert enorm en op een kilometer of vijf zie ik een groen shirt met zwarte broek in de verte. Dat moet m’n ploeggenoot zijn en de moraal wordt nog groter, dit omdat hij elke dag een stuk voor me eindigde. Om me niet over de op te fietsen blijf ik m’n wattages in de gaten houden en langzaam maar zeker kom ik dichterbij. Het bord van de drie kilometer is in zicht, gelletje erin, opschakelen en de focus op het groene shirt. Ondertussen raap ik nog wat mensen op en zie ook wat concurrenten wegzakken. In de laatste kilometer kan ik nog een keer opschakelen en probeer er alles aan te doen om richting m’n ploegmaat te fietsen. Vlak voor de finish zit ik zo dichtbij dat ik zie dat het helemaal m’n ploegmaat niet is! 34.55 minuten heeft de organisatie geklokt en ondanks dat ik niet m’n ploeggenoot in het vizier had heeft het groene shirt me goed gemotiveerd. Wederom een aantal plekke gestegen en 91e in plaats van 99e in het klassement.
Na de Sella pas is het snel dalen om de Passo Pordoi over te gaan. Dit keer was de uitgifte van de tassen bovenop de tweede beklimming van de dag. Tijdens deze beklimming zijn we met onze ploeg omhoog gegaan en dan is er ook tijd om wat te kletsen en wederom te genieten van een fenomenaal uitzicht. Het gebergte rondom de Sella is verbluffend en als een groepje toeristen peddelen we omhoog. De laatste 2 kilometer wordt het even wat lastiger, meer vanwege honger en kou. Boven op de Pordoi kan er wat gegeten worden en doen we snel droge en warme kleren aan want er moeten nog twee klimmen gedaan worden. Ik hoor iemand zeggen, ‘dat valt wel mee’, en met die gedachte begin ik aan de derde klim. En die valt inderdaad wel mee; de Campolongo is slechts vier kilometer lang en stijgt rond de 6 a 7 %. Prima te doen. Na deze afdaling moeten we de laatste klim op, de Passo Gardena. Helaas is deze minder prima te doen. De stijging gaat opzich wel maar deze bleek toch een stuk langer te zijn met negen kilometer. De Garmin geeft aan dat we inmiddels al 2.800 hoogtemeters hebben gemaakt en de hele groep is er eigenlijk wel een beetje klaar mee vandaag. Voor zover deze beklimming rustig kan, zwoegen we naar boven maar echt van harte gaat het niet. En dan komt er iemand op het briljante idee om een muziekje op te zetten en met de klanken van Phil Collins en Britney Spears (ook dat maakt dan niet meer uit) stoempen we verder. Hoe fout ook, het lijdt wel af van de pijn in de benen. En ja, de omgeving vergoedt veel, maar ook niet alles op dit moment.
Eenmaal boven besluiten we om vrijwel direct te gaan afdalen want de lunch wacht op ons in Valgardena. Na de lunch wordt er gezamenlijk afgedaald en we zorgen dat we voorin het peloton zitten. Toch wordt er niet hard gedaald en knijpen we veel in de remmen. Zoveel dat een ploegmaat een klapband krijgt en we besluiten even met z’n allen te stoppen. De hele karavaan rijdt voorbij en we maken van de nood een deugd door rustig aan te doen en vervolgens op eigen tempo het peloton weer in te halen. Op 30 kilometer van Bolzano sluiten we weer aan en dan zitten we ook in het dal. Over het vlakke rijden we in het peloton de laatste stukken terug. In de avond bereiden we ons alvast voor op de volgende dag; de beklimming van de Val Martello!
Etappe 5:
Strava-file
Vandaag staat de Val Martello op het programma in een etappe van 150 kilometer, volgens het boekje. Op papier zou het een wat saaie etappe worden met dezelfde terugweg als dat we ook heen gingen. Na een lange aanloop van ongeveer 60 kilometer beginnen we vanaf Coldrano flink te klimmen. Eerst moeten we zeven kilometer klimmen alvorens we gaan beginnen aan de tijdmeting. Het eerste gedeelte van de klim is constant en rond de 8 a 9%. Een hele opgave om daar rustig tegenop te komen om je toch nog enigszins te sparen voor wat komen gaat. Zoals we gister hebben bekeken is de Val Martello een erg onregelmatige klim met een aantal stukken vals plat maar ook stukken van 14%. Het gemiddelde is 5.9% maar dat zegt vrij weinig met een aantal dalende stukken. De eerste zeven kilometer rijden we tussen de aardbeien velden. Heerlijk zoete lucht en een mooie omgeving. Doordat de weg behoorlijk omhoog loopt wordt het peloton als vanzelf ingedeeld volgens het klassement. Handig, want je zit meteen in de buurt bij je concurrenten. In de aanloop hadden we een aantal mensen gesproken die bekend zijn met deze klim en de gouden tip is om op drie kilometer onder de top te zorgen dat je een wiel vindt. Daar fietsen we langs een stuwmeer en loopt de weg vlak.
In de verte zie ik de boog en we komen over rivier bij Bagni di Salto. De koers gaat beginnen op een vlakke weg. Opschakelen en een wiel pakken. Een aantal jongens gaan vrij hard van start en ik besluit bij een Duits treintje aan te haken. Een team met een hoog geklasseerde vrouw in de gelederen. Drie knechtende kerels waarvan ik dankbaar gebruik maak. Wanneer de percentages boven de 8% komen is het tempo van de Duitse trein me net te laag, maar op de vlakkere gedeeltes komen ze me voorbij en kan ik aanpikken. Ideaal! De rustige omgevingsgeluiden die hevig verstoord worden door het gekreun van de vrouw vind ik overigens minder ideaal. Ik zie in de verte wat concurrenten rijden die schijnbaar toch te hard van stapel zijn gegaan en ik besluit er langzaam naar toe te rijden. Ik rij weg bij het Duitse treintje en zie op m’n Garmin dat ik nog een drietal kilometers heb voordat het vlakke stuk langs het stuwmeer komt. Een aantal concurrenten passeer ik en kom samen met een Italiaan te zitten. Weinig woorden zijn er nodig maar onze tempo’s passen goed bij elkaar en we wisselen het kopwerk wat af. Niet dat je heel veel hebt aan kopwerk op de steile stukken maar we weten wat we aan elkaar hebben. De beste meneer is duidelijk bekend met deze klim want op vier kilometer onder de top versnelt hij ietsjes om naar een Colombiaan toe te fietsen die een stuk voor ons rijdt. Ik ga mee en onderweg tik ik nog een Nederlander aan om aan te geven dat hij aan moet haken. De Colombiaan blijft op kop en op het moment dat we het vlakke gedeelte naderen, met aan de linke kant het stuwmeer, gooien we de ketting op de grote plaat. De Colombiaan ramt de pedalen in het rond en ik moet een paar meter op hem toegeven. Het enige dat ik op dat moment kan bedenken is; Aanhaken Coen, Aanhaken! Met pijn en moeite en smekend om een duwtje weet ik toch zijn achterwiel te bereiken en ik blijf strak naar z’n casette staren in de hoop dat hij niet nog een tandje naar rechts gaat. M’n hartslag daalt een paar slagen en ik weet nog een gelletje weg te werken. De Colombiaan vraagt niet om over te nemen en neemt de 1,5 vlakke kilometers geheel voor z’n rekening.
Aan de rechterkant verschijnt een bordje waarop 14% staat vermeld en vanaf exact dat punt veranderd de weg in een geasfalteerde muur. De ketting weer op het binnenblad en de Colombiaan gaat van kop. De Nederlander is er schijnbaar langs het stuwmeer afgewappert en als ik omkijk zie ik een Italiaan met een behoorlijke grimas op z’n gezicht. Op het kleinste verzet zoek ik m’n ritme en stuur de bochten zo wijd mogelijk aan. Even de spanning van de benen. De haarspeldbochten volgen elkaar in een rap tempo op. De weg is zo steil dat de binnenbocht nemen absoluut geen optie is. Toch denkt de Colombiaan daar anders over, haalt ons via de binnenbocht in om vervolgens compleet geparkeerd te staan in de volgende bocht. Zo blijven we nog met twee over en schijnbaar heb ik de vlakke kilometers het meest kunnen sparen/bijkomen want twee bochten verder hoor ik een vloek en moet ook de Italiaan m’n wiel lossen. Dat geeft moraal! Niet dat ik kan opschakelen, maar het geeft wel extra energie om die laatste kilometer vol vertrouwen in te gaan. De laatste kilometer blijft constant 14% stijgen. Op het hoogteprofiel dat we vooraf hadden bekeken leek het alsof er een uitschieter was naar 14%, maar dat die uitschieter 1,5 kilometer zou duren had niemand verwacht. Ondanks het afzien heb ik me enorm verbaasd over de weg die hier loopt. De omgeving, de haarspeldbochten, de steile weg, geweldig wat een klim. De laatste 100 meter schakel ik op en ik probeer er iets uit te persen dat op een sprintje moet lijken. Compleet verzuurd kom ik over de meet. Het kost me een minuut of twee voordat ik het überhaupt voor elkaar krijg om m’n linkervoet uit m’n pedaal te klikken.
In tegenstelling tot de eerdere dagen is het bovenop warm. Een fles met 1,5 liter water is dan ook zo weg en de organisatie kan de flessen amper aanslepen. Een paar glaasjes cola en een banaan doen me goed. Samen met m’n ploeggenoten gaan we op een rustig plekje in de zon in het gras zitten. Heerlijk bijkomen en opdrogen. Als we wat verderop richting de andere bergen kijken begint het al best donker te worden en we besluiten dan ook maar af te dalen richting de lunch-plek. De steile stukken van de afdaling zijn aardig link vanwege de vele haarspeldbochten. Overigens is het ook oppassen geblazen omdat er nog renners zwalkend onderweg naar boven zijn. Kortom, rustig dalen. Tijdens de lunch begint het al te rommelen in de bergen en de buienradar voorspelt niet veel goeds. We besluiten (net als veel andere renners) niet af te wachten en met een groep die uiteindelijk rond de 200 renners bevat wordt er volle bak terug naar Bolzano gereden. Erg pijnlijk aan de benen want we gingen er in eerste instantie van uit dat de terugweg een rustige rit in het peloton ging worden. Vanwege het onweer dat ons snel achtervolgd wordt er in een strak tempo van rond de 42 km/h terug gereden. Na 60 kilometer komen we aan in Bolzano en de organisatie heeft er rekening mee gehouden dat er groepen eerder weg zijn gegaan dus afmelden was geen probleem. Snel de tas pakken en terug naar het hotel. Onderweg toch een aantal druppels gevoeld maar zo goed als droog overgekomen. Later aan het diner horen we dat andere renners 50 kilometer in zware regenval hebben gekoerst. Goede keus geweest dus om niet te wachten!
Etappe 6:
Strava-file
De laatste ochtend gunde de organisatie ons weer wat extra rust en ging de wekker om 06:00 uur! Vrolijk en opgewekt stappen we uit bed met de wetenschap dat het einde in zicht is. Die vrolijkheid is vrij snel weg als we naar buiten kijken; regen. Geluk bij een ongeluk; op de rustdag had ik een waterafstotende wielerbroek aangeschaft voor het cross-seizoen. Die gaat dus uit de verpakking en meteen aan. Qua profiel is de etappe vandaag vlak, met slechts een beklimming. De beklimming zou ook in de Ardennen kunnen zijn; vier kilometer met gemiddeld 6% stijging. Om half acht stappen we op de fiets zodat we om acht uur kunnen starten. De organisatie denkt daar wat anders over vanwege de regen en de start wordt een half uur uitgesteld. Lekker dan. Gelukkig kunnen we in de beurshal wachten en nog even gauw een droog shirt aan doen. De organisatie krijgt wel gelijk want om half negen is het droog. We starten op een kletsnat wegdek en binnen no-time is iedereen nat en smerig van het opspattende water.
Na tien kilometer staat de klim al op het programma. Een brede tweebaans weg waar de wind een grote invloed kan hebben. Als je op deze beklimming alleen komt te zitten kan je in vier kilometer nog aardig wat tijd verspelen. Een beetje zenuwachtig nader ik de laatste twee kilometer tot de klim. Dit omdat ik het idee heb dat zo’n klim op de macht mij niet erg ligt. Ik sta momenteel 88e in het klassement en dat wil ik uiteraard verdedigen, maar ik weet ook dat er een aantal jongens vlak achter me zitten. We gaan met de ploeg vrij snel al richting de kop van het peloton en zorgen dat we tijdens het opdraaien van de klim allemaal voorin zitten. Als de klim begint pak ik het wiel van een ploeggenoot die rond de 50e plek staat in het klassement. Een stuk hoger dan ik maar ik probeer kostte wat kost aan te haken. Het wordt ongeveer 12 minuten pijn lijden heb ik mezelf voorgenomen. Halverwege de klim vind ik mezelf ineens op kop van een klein groepje vol in de wind. Niet handig en ik besluit me heel a-sociaal weer in het wiel van een ander te zetten. Als ik op de Garmin kijk zie ik mijn wattages constant boven de 300 gaan; als dat maar goed gaat. Ik druk het beeld weg om niet meer afgeleid te raken van de getalletjes, geen tijd voor nu! De renner voor me versnelt en met de nodige pijn en moeite kan ik weer aan z’n wiel komen. M’n ploegmaat die na een kilometer moest lossen is weer in aantocht en als hij me voorbij komt spring ik op z’n wiel. Omdat de klim slechts vier kilometer is vraag ik me af wanneer de bordjes komen die het aantal kilometers aangeven. Ik heb er nog geen enkele gezien en ik begin me af te vragen of dit weer een Italiaans grapje is van een niet-kloppend roadbook. We draaien een lange flauwe bocht door en aan het eind van het rechte stuk zie ik de boog staan. Er wordt nog opgeschakeld en we sprinten met een man of vijf richting de finish. Eenmaal over de finish kom ik kokhalzend tot stilstand. Ik had niet verwacht dat ik dit er nog uit kon persen na zes dagen fietsen en afzien! De rest van de etappe vieren we eigenlijk al dat we klaar zijn. De etappe kent nog een pauzeplek die ook op de laatste dag perfect geregeld is en door een dal vol met wijngaarden fietsen we terug richting Bolzano. De laatste tien kilometer besluiten we nog even met de ploeg naar voren te rijden om zo vooraan in het peloton bij de beurs aan te komen zodat we niet te lang in de rij hoeven te staan voor de pasta. Na de paste zien we dat de organisatie de uitslag heeft opgehangen en vandaag ben ik geheel tegen eigen verwachting in geëindigd op een 59e plek. Dit betekent voor het algemeen klassement dat ik ben gestegen naar de 81e plaats. Na de prijsuitreiking leveren we de chip in, koop ik de foto’s die al afgedrukt zijn en rijden we met een voldaan gevoel weer richting hotel alwaar we na het opfrissen een welverdiend biertje drinken!
Na 820 kilometer, 13.000 hoogtemeters, 32,5 uur op de fiets en een fantastische week, ben ik meer dan tevreden om m’n eerste cyclo af te sluiten op een 81e plaats. Zoals ik al eerder schreef kan ik iedereen deze goed georganiseerde cyclo aan raden! Grote kans dat ik nog een keer terugkeer!