Noem eens een karakteristieke Nederlandse wielrenner? Dan komen vast een aantal namen in je op. Maar als ik dan zeg: Afzien, slijm, baard, Chevy en kamperen? Dan zullen velen natuurlijk Laurens ten Dam noemen.
Een bijzondere renner, omdat hij net even anders is. En dat vond Robin van der Kloor ook. Robin is de journalist die Laurens een jaar lang volgde en hem van alles voorlegde. Al die informatie is verzameld in het boek “Laurens ten Dam” dat eind vorig jaar uitkwam.
Wat direct opvalt tijdens het lezen van het boek is dat Laurens heel open is en elke vraag ook direct, haast zonder nadenken lijkt te beantwoorden. Het boek leest heerlijk weg en geeft een goed beeld van de renner en zijn eigenaardigheden. Zo lees je dat hij elke dag wel een wijntje drinkt, niet vies is van een paar biertjes (Westmalle en Orval in het bijzonder), houdt van kamperen, in zijn vrije tijd op een fixie rond rijdt maar bovenal heel erg van fietsen houdt. Aan de ene kant komt hij over als een vrijbuiter die lekker doet waar hij zin in heeft, maar hij is op zijn eigen manier ook erg gedisciplineerd wanneer het op trainen aankomt. Dan geeft hij vaak net even meer. Als voorbeeld tijdens de klassieker Waalse Pijl waar hij na 200km koersen, doodleuk nog 70km naar huis fietst achter zijn gangmaker (brommeren).
Bij het lezen van het boek krijg je een heldengevoel. (voor de wat oudere lezers: het gevoel dat je had tijdens het lezen van de Kameleon met Hielke en Sietse Klinkhamer). Je wil ook wielrenner zijn, en niet zomaar een; Laurens!
De schrijver, Robin, heeft het boek onderverdeeld in onderwerpen waardoor sommige periodes meerdere malen aan bod komen. Ook herhaald hij soms wat passages met als gevoel dat je dit toch al ergens hebt gelezen. Maar dit maakt het boek niet minder interessant.
Hij is ook kritisch met betrekking tot doping (omdat je daar gewoon niet onderuit kan komen). In tegenstelling tot het bekende Mart vs Lance gesprek gaat Robin tijdens zijn gesprekken niet zomaar akkoord met de melding van Laurens dat hij niet gebruikt. Hij is kritisch op een gezonde manier. Je hebt tijdens het lezen helemaal niet het gevoel dat het een kruistocht is, maar ook niet dat alles wat Laurens zegt, ja en amen is.
Het lastige van de situatie waar we nu in zitten is dat je tegenwoordig niemand meer kan geloven, maar dat je als renner je ook niet meer geloofwaardig kan maken. Daar kom je dus nooit uit. Wat gelukkig blijft hangen uit het boek is dat “Lau” (een betere benaming dan “LTD”) als een goeie, relaxte, nuchtere en vriendelijke jongen is, die ontzettend veel van wielrennen houdt (maar misschien nog meer van zijn gezin). De “zo wil ik ook zijn” mijmering blijft na het lezen nog zeker een paar dagen bij je hangen, totdat je erachter komt dat je als training toch echt niet rond de 30km/u de Loorberg (1620 meter, 4,9% gemiddeld) opflitst (4 keer achter elkaar) en dat je vetpercentage ook niet in de buurt van de 4% komt.
Mooie jongen die Lau!
Boek: Laurens ten Dam
Schrijver: Robin van der Kloor
Uitgever:Nieuw Amsterdam
Pagina’s: 207