Misschien ligt het aan het matige weer van dit voorjaar, maar de Racefietsbloggers hebben behoorlijk wat boeken verslonden de afgelopen maanden. Eén daarvan is Racing through the dark van de Schotse renner David Millar.
Het boek doet uit de doeken hoe er vanaf midden jaren 90 tot en met ongeveer 2007 stelselmatig en op grote schaal renners werden ‘geprepareerd’. Millar beschrijft de wereld vanuit zijn gezichtspunt en durft zichzelf daarbij kwetsbaar op te stellen. We volgen David op zijn weg als jonge neo-prof als hij al snel als één van de meest talentvolle Britse beloften geldt. Hierin wordt ook het verschil gemaakt met andere boeken over het onderwerp doping. David houdt zaken dicht bij zichzelf en heel persoonlijk. Hij vertelt ook boeiend over hoe teams in die tijd hun renners behandelden en benaderden.
David probeert heel lang nee te zeggen tegen doping, maar na wat voorzichtige (en op dat moment legale) stappen met vitamine en herstel-preparaten zwicht de trotse Schot. Vanaf daar gaat het snel bergaf en wordt het verschil tussen een wielerliefhebber en een calculerende atleet steeds groter. Uiteindelijk wordt hij betrapt en vertelt hij openhartig over zijn val als renner én als persoon.
Tegenwoordig is Millar bij team Garmin Sharp één van de meest uitgesproken tegenstanders van doping in de wielerwereld. Het boek beschrijft hoe hij dit geworden is. Zijn frustratie over hoe teams te werk gingen, renners aan hun lot overgelaten worden en iedereen vooral zwijgt hebben hem gemaakt tot wie hij nu is. Mijn respect voor de man is gegroeid, vooral ook omdat hij anderen niet of nauwelijks meeneemt in zijn val. Hij neemt wel zijn verantwoordelijkheid en strijdt vandaag op én naast de fiets. Daar zouden meer profs die hun dopinggebruik bekend hebben misschien ook eens over na kunnen denken.