Zuid-Limburg, wat is het daar toch elke keer weer fantastisch om te fietsen. Als het zonnetje aan de hemel staat waan je je al helemáál in een ander land. Ergens is dat misschien ook wel zo. Al is het maar omdat het taaltje net wat anders klinkt en je de hele tijd met één been over de grens met de zuiderburen staat.
Het is niet dat ik nu net een groot geheim heb verklapt met bovenstaande. Het diepe zuiden wordt in het voorjaar rijkelijk bevoorraad met drommen wielertoeristen. Iets wat de plaatselijke bevolking niet altijd even goed weet te waarderen. Het is ook een beetje een samenspel van het gedrag van zowel de toeristen als de locals. Geven en nemen, iedereen heeft er wel een beetje baat bij toch? Die discussie ter zijde, het kan druk zijn tijdens sommige toertochten. Zo druk dat je letterlijk slechts stapvoets vooruit komt omdat het pad niet breed genoeg is. Of dat je aan de voet van een steil klimmetje genoodzaakt bent om af te stappen omdat er simpelweg geen doorkomen aan is. Niet iedere fietser is tegen een Limburgse puist opgewassen. Geeft niet, maar als iedereen er tegelijk tegenop wil zit de trechter snel vol. Maar je komt wel om te fietsen, niet om te lopen.
Dat het ook anders kan, laat de organisatie van De Alternatieve prachtig zien. Op steenworp afstand van de Zuid-Limburgse heuvels in het stadion van ‘de plaatselijke’ is de start en finish. Twee mannetjes voor het parkeren, ruimte zat en je staat binnen twee tellen in de kantine bij de inschrijftafel. Dat loopt allemaal lekker door, je bent binnen no time aan de beurt (er was geen wachtende voor mij!) en kan dus ook snel op pad. Wel nog even de noodzakelijke sanitaire stop. Weinig toiletten in de kantine, maar opvallend genoeg niet bezet. Het enige dat wat tijd kost is het gepriegel met het spelden van je rugnummer. Dat is verplicht door de Belgische politie.
En hoppa, je springt op je racefiets en bent onderweg. Zo snel en makkelijk kan het dus zijn. Kijk je dan om je heen, dan zie je naast het prachtige landschap bijna geen andere fietsers! Heel soms twijfel je zelfs even of je wel goed zit, maar dat zie je gelukkig al snel weer een pijl. Hoe kleinschalig of amateuristisch het ook mag aandoen, de route is meer dan goed uitgepijld. Bij een drukkere toertocht kan je vaak de fietsers voor je volgen zonder echt goed op de pijlen te moeten letten. Hier moet je wel op de pijlen letten. Voor de bocht meerdere pijlen, maar ook direct daarna zodat je weet dat je goed zit, dat is wel lekker fietsen. Ook de rotonde die je 360 graden moet nemen in Dalhem waarna je omhoog gaat op de prachtige Rue de Général Thys (zie headerfoto) is geen probleem daardoor. Je fietst soms met het gevoel dat je lekker op eigen houtje op pad bent.
Bevoorrading en borrelnootjes
De bevoorradingen zijn natuurlijk ook kleinschaliger. Het enige gemis zijn toiletten, met name voor de dames is dit vervelend. De mannen vinden hun plekje wel, al kan je dat makkelijk oplossen met een Dixi en een urinoir. Verbeterpuntje voor de organisatie dus. Water, sportdrank, bananen, ontbijtkoek en nieuw geheim wapen in voor de fietser; borrelnootjes! Normaal ben ik niet vies van een nootje, maar zonder borrel is het toch anders. Ik laat ze links liggen. Verder geen enorm gedrang, vriendelijke mensen, iedereen staat, zit of ligt er zeer ontspannen bij. Het is zo kleinschalig dat je ook echt even goed moet op letten dat je de post niet voorbij fietst.
De route begint in de Voerstreek en via een glooiend landschap met mooie vergezichten kom je al snel in de Belgische Ardennen. Van jongs af aan kom ik hier al heel graag. Heerlijk om te zien hoe de tijd hier soms stil lijkt te hebben gestaan. De diversiteit aan huizen, de troosteloosheid als het regent en de pracht als de zon schijnt. Vandaag was het fris met krap 13 a 14 graden, maar wel de hele tijd zon. Volop genieten dus! Straf windje zo nu dan, maar een optie was dan even wachten en aanhaken bij een groepje of gewoon een tandje terug.
Het genieten maakt af en toe ook plaats voor afzien, want er zitten een akelig steile klimmetjes in. Ik heb aardig wat mensen naar boven zien lopen en dat was geen schande. De Rue Tesny is een mooi voorbeeld. Kort, maar niet kort genoeg om snel te vergeten. Het zou mij niets verbazen als het hier op sommige stukken tegen de 20% is, en dat was bij nog twee klimmetjes zo (al was het maar gevoelsmatig). Kortom, het was af en toe flink harken met 36×26. Dat was toch wel een beetje een verrassing moet ik zeggen, maar dat maakt de tocht juist ook weer leuk. Zeker als je al een paar keer in Limburg gefietst hebt, is iets nieuws wel verfrissend.
De Alternatieve maakt zijn naam waar; het is echt een goed alternatief voor de bekende tochten in Zuid-Limburg. Begrijp mij niet verkeerd, dat blijven mooie en bijzondere tochten, maar het is wel zo verfrissend om eens wat anders te proberen. Het aantal fietsers bij De Alternatieve staat in schril contrast met de massa die dezelfde dag een paar kilometer verderop gaat fietsen. Geen wonder ook met ongeveer 600 inschrijvingen verdeeld over vier afstanden (75, 100, 130 en 160km) in tegenstelling tot de AGR met ruim 12.000 fietsers. Is de drukte niet je ding of wil je wat anders, dan kan ik De Alternatieve van harte aanbevelen!
Mijn gefietste route op Strava
Meer informatie over De Alternatieve