Nu het stof van een vlammende editie van de Vuelta neergedaald is, en we met klinkende, recente overwinningen van Vos, Mollema en Gesink weer helemaal meedoen als Nederland, is het tijd voor het WK wielrennen 2013.
Vorig jaar vormde Valkenburg nog het strijdtoneel en was Philippe Gilbert de sterkste, dit jaar finishen we in het prachtige Florence. Hoewel de finishplek is een plein voor een sporthal, buiten het centrum dus. Gelukkig maakt het parcours heel veel goed. Het wordt een lange rit voor de heren.
Het WK beslaat natuurlijk eigenlijk een hele week en biedt met 12 volwaardige wedstrijden (7 x tijdrit en 5 x wegwedstrijd) een prachtige affiche, maar we concentreren ons op de race van zondag 29 september: de wegwedstrijd voor de heren elite rijders.
De vloek van de regenboog
De regenboogtrui is visueel natuurlijk al een feest. De vijf kleuren verwijzen naar de originele olympische kleuren die op hun beurt weer de kleuren bevatten van alle deelnemende landen van de spelen in 1912. Ook is er al veel geschreven over de ‘vloek van de regenboogtrui’. Sommige schrijven slechte seizoenen, ongelukken en zelfs sterfgevallen toe aan het dragen van de trui. Hoewel sommige van deze tragische verhalen een boek of een film waardig zijn op zich, moeten we ook niet vergeten dat een aantal grote namen gewoon top-seizoenen hadden terwijl ze de trui mochten dragen. Zowel Merckx, Hinault en Lemond zijn wereldkampioen en tour-winnaar in hetzelfde jaar geworden.
Wat wel veel kampioenen kunnen bevestigen is dat de trui ze wel erg zichtbaar maakt. Elke valpartij, lekke band of tijdig ingezette aanval is direct zichtbaar voor iedereen in het peloton en langs de weg. Eigenlijk heb je toch een heel jaar lang een favorieten-rol te verdedigen.
Het 2013 parcours
In Toscane is het mooi fietsen. Glooiende heuvels, crèmekleurige dorpjes met fraaie piazza’s en meestal fraai weer tot ver in het najaar. De bedenkers van het parcours vonden dat daar wel iets tegenover mocht staan, vandaar dat ze een parcours bedachten dat ook volgens veel renners het zwaarste van de afgelopen jaren is. De renners vertrekken om 10.00 uur ’s ochtends in het pittoreske Lucca. De eerste 100 kilometer glooit een beetje met de San Baronto van 348 meter als hoogtepunt. Nibali kan hier zonder handen en zonder te kijken rondfietsen, hij woont in die omgeving. Dit eerste stuk levert waarschijnlijk wel een vroege ontsnapping op, maar deze zal helaas maar tot Florence standhouden. Want éénmaal in Florence aangekomen beginnen we pas echt. De renners kruisen de prachtige Piazza del Duomo en beginnen dan aan 10 plaatselijke rondjes. Net buiten de stad speelt dit alles zich af. Binnen het rondje van 16,6 kilometer treffen we echter 2 fijne klimmetjes aan die zeker voor vermaak gaan zorgen. Eerst fietsen we omhoog naar de buitenwijk Fiesole. Bijna 4,5 kilometer klimmen met een haarsepldbocht aan het eind. Niet super steil (5,2% gemiddeld), maar de laatste 2 keer zullen de renners ‘m zeker voelen. Op net iets meer dan 10 kilometer in het rondje stuiten we echter op de Via Salviati (vernoemd naar een 15de eeuwse lokale bankiersfamilie). Een korte, rechte en hevige klim. In 550 meter klim je gemiddeld 11,1% met een fijne stukje aan het eind waar het met ruim 18% omhoog gaat, en dat 10 keer dus. Hier gaan mannen als Sagan, Nibali, Cancellara en misschien ook wel Gilbert proberen het verschil te maken. Maar als het pak lang bij elkaar blijft hebben de sprinters weer een kans. Want de laatste 1,5 kilometer is een brede, rechte en zelfs licht dalende weg. Je moet dus een flink gat geslagen hebben wil je hier vooruit kunnen blijven. In totaal fietsen de renners die dag meer dan 270 kilometer en stijgen ze meer dan 3300 meter, ook dat is niet voor iedereen weggelegd.
Wie wint de trui?
Tja, moeilijk te zeggen, het WK is een gekke wedstrijd. Je hebt te maken met een mix van landen-belangen, team-belangen, oude vetes en natuurlijk een behoorlijk pittig parcours. Waarschijnlijk zullen de echte favorieten zich heel lang stilhouden, wellicht wachten ze zelfs het allerlaatste rondje af. De historie wijst uit dat de mannen die (een deel van) de Vuelta fietsen de meeste kans hebben. Sinds 2000 heeft elke winnaar de Spaanse ronde als voorbereiding gebruikt. Toch zijn er mannen die daar niet aan de start stonden, die wel degelijke kanshebber zijn. De afgelopen weken hebben de Nederlanders zich ook flink laten zien. Gesink blijkt opeens ook een behoorlijk eindschot in de benen te hebben waar zelfs Sagan aan onderdoor ging en ook Mollema was iedereen te slim af in de straten van Burgos. Nibali heeft misschien teveel gegeven in de Vuelta, maar heeft weer het voordeel dat hij de streek op zijn duimpje kent. En dan zijn er nog Froome en Wiggins. Samen bij Sky en samen tijdens het WK, alleen dat al kan een wedstrijd op zich worden. Tot slot hebben ook een aantal Columbianen zich goed laten zien de afgelopen maanden. Betancur en Quintana met name, maar zij zijn maar met 6 Columbiaanse renners in totaal. Maar als ik iemand moet aanwijzen dan is het toch Fabian Cancellara. Hij heeft een top-voorjaar gekend, fietste totdat hij afstapte ijzersterk in de Vuelta en is precies de man die korte, steile klimmen als geen ander weet te kraken.
Het wordt hoe dan ook een spannende dag die eigenlijk ook een beetje het eind van het Europese wegseizoen betekent. Nog maar een dagje genieten dus!