Het gevaarlijke van reizen per fiets is dat het nogal verslavend werkt. Ik ken geen fietser die na een eerste trip er niet nog een wilde maken. Het voelde dus niet vreemd dat ik na een reis van vijftien maanden van Amsterdam naar Japan al snel begon te denken over de volgende trip. Dit keer wilde ik wel een fysieke uitdaging maar ook het gemak van een bekende omgeving. Ik was op zoek naar ruimte, natuur en een beetje comfort op z’n tijd. Na wat wikken en wegen kwam ik uit op Nieuw Zeeland.

Ideaal moment
Grootste vraagteken was wanneer te gaan. Als je reist per fiets ben je dag in, dag uit buiten, ook eten en slapen doe je in de natuur, dus als het even kan wil je wel een beetje goed weer hebben. De nazomer is ideaal in Nieuw Zeeland, die begint in februari en loop tot begin mei. Het weer is dan het meest stabiel, het is niet te warm (in de zomer rond december wordt het al snel rond de 30 graden en is de zon behoorlijk intens) en als je naar het noorden reist zoals ik, fiets je een beetje met het goede weer mee. Ander voordeel van de nazomer is dat de Kiwi’s zelf dan weer aan het werk gaan en het overal duidelijk minder druk is.

Tour Aotearoa
In die zomer vindt één van de grootste bikepacking events van het land plaats, de Tour Aotearoa, een self-supported race van het meest noordelijke (Cape Reinga) naar het meest zuidelijke punt (Bluff) van het land. Ik gebruik deze route als een soort van leidraad maar fiets om te beginnen in de omgekeerde richting. De route verbindt een aantal bekende offroad trails met elkaar via voornamelijk rustigere gravel wegen. Dit alles is het werk van de Kennett broers, twee actieve en ervaren fietsers die ook meerdere boeken hebben geschreven boordevol praktische informatie. Hun info vormt een goede basis om een idee voor je route te krijgen. Voor mijn trip wil ik een mix maken van voornamelijk gravel en singletracks, maar zal ik ook stukken over de weg (moeten) fietsen. Ik heb dus een fiets nodig die zo’n beetje alles aankan. Een tijd geleden heb ik met dit soort trips in mijn achterhoofd een Specialized Awol gekocht. Een stalen gravel fiets met 1×10 sram setup, TRP mechanische schijfremmen en voor- en achterbagagerek. Het enige dat ik heb veranderd is het stuur, ik geef de voorkeur aan de Salsa Cowchipper en ik monteer WTB Nano banden van 40 mm op de standaard 700c wielset. Tassen (van Brooks en Bags by Bird) gaan voornamelijk voorop voor stabiliteit.

Gemak
Eén van de reden om voor Nieuw Zeeland te kiezen is ook het ‘gemak’ dat het land biedt. De cultuur is voor een groot deel herkenbaar en de voertaal spreek ik. Op deze manier kan ik me focussen op het fietsen en onderweg zijn. Een standaard toeristenvisum is drie maanden geldig dus dat lijkt me een prima tijd om er door te brengen. Naast de TA route concentreer ik me op de zogenaamde 23 great rides. Deze verzameling trails bieden volop offroad en gravel uitdagingen op verschillende niveaus. Van relatief vlakke, oude spoorweg routes zoals de Otaga Rail Trail tot behoorlijk uitdagende single track routes zoals de Old Ghost Road waar we al eens eerder over schreven.

Ik begin mijn tocht op het zuidereiland in Christchurch. De eerste paar nachten logeer ik bij mijn warmshowers host. Deze wereldwijde community voor reisfietsers heeft me al heel veel mooie ontmoetingen gebracht en deze is niet anders. Ik heb een paar dagen last van de jet lag en ben blij dat ik de tijd heb om de stad te verkennen en aan de tijdzone te wennen. Op mijn eerste echte fiets-dag krijg ik meteen al te maken met een van de grootste pluspunten van fietsen in Nieuw Zeeland: het wisselende en indrukwekkende landschap. Rondom Christchurch fiets ik nog door een vlak en bijna Nederlands landschap terwijl ik aan het eind van de eerste etappe kampeer bij de Rakaia Gorge, een diepe riviervallei met de indrukwekkende zuidelijke Alpen als achtergrond. Deze wisseling van landschap maakt het fietsen hier erg afwisselend en ik word er direct vrolijk van.

Toffe trails
Verder over het zuidereiland fietsend combineer ik toffe trails zoals de Alps2Ocean en Around the Lakes met de achterafwegen door de Catlinds en moet ik zowel de Haast Pass als Arthur’s Pass over aangezien hevige lokale regen een brug aan de westkust heeft weggespoeld. Dit is het enige noodweer van betekenis tijdens de drie maanden dat ik er rondfiets en dat benadrukt dat dit echt een goed seizoen is. De meeste lokale wegen zijn prima om te fietsen, soms is het wat krap, en is het als Nederlander voelt het misschien wat vreemd om geen fietspad te hebben. Maar echt onveilig voel ik me niet maar ik zou zeker wat fluorescerende of opvallende gekleurde kleding of achterlichtjes meenemen en gebruiken. Ik zet mijn achterlicht vaak ik de ochtend en rond zonsondergang aan.

Wildkamperen
Het kamperen is in Nieuw Zeeland iets anders dan ik van bikepacken gewend ben. Waar ik normaal gesproken op zoek ga naar een mooi wildkampeer plekje aan het eind van de dag, daar ben je hier beter af met zogenaamde DOC sites. De Department of Conservation heeft door vrijwel het hele land vaak eenvoudige kampeerplekken aangelegd waar je voor een paar kiwi dollar kunt overnachten, vaak op mooie en rustige locaties. Bijna al het andere land is privé bezit en afgezet met hekken en prikkeldraad, wat wildkamperen moeilijker maakt. Daarnaast zijn hostels en commerciële campings goeie opties omdat ze bijna allemaal ook gemeenschappelijke keukens hebben, waar ik zo nu en dan dankbaar gebruik van maak.

Hoogtepunten
Eén van de hoogtepunten van het zuidereiland is de voor mij de prachtige weg langs de westkust tussen Haast en Westport. De Tasmanzee aan de ene kant en groene bergen met op sommige plekken gletsjers en besneeuwde toppen aan de andere kant en weinig verkeer maken de route uniek. Het doet een beetje denken aan de Highway 1 in Californië of de Great Ocean Road bij Melbourne. De Old Ghost Road zorgt ook voor meerdere wauw-momenten! De goedverzorgde en uitdagende singletrack volgt oude goud transport routes door een wild en afgelegen gebied en voelt best avontuurlijk. Maar het is uiteindelijk allemaal goed te doen op een gravelfiets met lichte bepakking, ik heb spullen die ik niet nodig heb tijdelijk achter gelaten in een hostel. Weer zo’n voordeel van bikepacken in Nieuw Zeeland, dit is allemaal makkelijk te regelen. Ook de Queen Charlotte Track helemaal in het Noorden van het zuidereiland is een topper. Steile klimmen, weidse uitzichten over de Marlborough Sounds en prachtige, afgelegen kampeerplekken, wat wil je nog meer.

Het noordereiland is misschien iets minder afwisselend, maar nog steeds erg mooi om een tijd door heen te fietsen. De Wild Coast Track vlakbij Wellington is meteen een fikse uitdaging met stukken route die weggevaagd zijn, rivieren die overgestoken moeten worden en op de dag dat ik ‘m fiets een fikse wind tegen. Ik volg op dit eiland vooral de Tour Aotearoa of de ‘TA’ zoals hij in de volksmond heet. Er is ook een hike-versie die je soms volgt als fietser. Naast veel eindeloze gravelwegen door het overwegend boerenland is vooral de Timber Trail een track om niet over te slaan. Alle info over de bekendere en langere trails is ook te vinden in de Great Rides app.

Bijna helemaal voor jezelf
Wat niet in de app staat maar wel prachtige fietsen is, is het Coromandel
schiereiland vlakbij de hoofdstad Auckland. In de zomer kan het hier behoorlijk druk zijn met Nieuw Zeelandse toeristen, maar nu is er bijna niemand. Ook hier is het landschap weer afwisselend en heb je de eindeloze gravelwegen langs de kust bijna helemaal voor jezelf. Ik ontdek ook dat je via twee veerboten en het mooie eiland Waiheke midden in Auckland uitkomt zonder eerst door de uitgestrekte stad hoeft te fietsen.

In totaal fietste ik 4.118 kilometer en klom 43.883 meter. Overnachten en eten is iets dat je in Nieuw Zeeland een klein beetje vooruit moet plannen. Als je echt wil kun je elke nacht in een hostel of B&B overnachten, maar dat vergt wat voorbereiding afhankelijk van het seizoen. Als je kampeert is het slim minimaal één backup maaltijd bij je te hebben. Die koop je dan weer bij een van de vele kleine supermarkten die je onderweg tegenkomt, het kwam maar zelden voor dat ik uit nood in een café of restaurant moest eten, alleen tijdens sommige van de trails moet je vooruit plannen wat betreft eten en water. Het land is misschien niet extreem bergachtig, maar wel erg heuvelachtig. Je klimt elke dag, maar bijna nooit heel lang achter elkaar. Soms hebben de klimmetjes wel een pittig stijgingspercentage. Ik heb uiteindelijk onderweg nog mijn 11-36 cassette vervangen door een 11-42 en dat scheelde veel. Voor heb ik alleen een 42 tands voorblad en kom dus maximaal op een 1:1 overbrenging uit wat voldoende was om bijna elke klim aan te kunnen.

Conclusie
Na drie maanden eindigde mijn tocht door dit prachtige fietsland. Zeker voor een eerste langere bikepacking trip is Nieuw Zeeland een top keuze. Het is toegankelijk én avontuurlijk tegelijk. Je bepaalt zelf hoe comfortabel je reis wordt en bent verzekerd van adembenemende uitzichten, prachtige landschappen en trails die je niet snel zal vergeten. Als je een beetje moeite steekt in het voorbereiden van de route kun je het meeste verkeer vermijden en voelt het vaak alsof je de weg of het pad helemaal voor jezelf hebt en daar gaat het wat mij betreft toch wel een beetje over als je gaat bikepacken.