Op het moment van schrijven is de Utrecht Ultra van 2024 nog maar een paar dagen achter de rug. Mijn lichaam doet nog pijn en de vermoeidheid is nog niet over. Maar het nagenieten is begonnen, en al een paar dagen lang heb ik flashbacks naar bijzondere momenten uit deze ultra. Mijn eerste ultra, zoals je kunt lezen in het stuk over mijn voorbereiding voor een Ultra, en wat een avontuur was dat. Ik neem je mee op een rit van effectief drie dagen verdeelt over de zaterdag tot en met dinsdag, een rollercoaster die langzaam en snel tegelijkertijd ging.

De start van de Utrecht Ultra was op zaterdagavond, stipt om 18:00. Ik kreeg nummer 7 en startte in de eerste wave. Voor de start werd mijn fiets en outfit gecheckt, want zaken als een reflectievest, goede verlichting en een goed werkende fiets zijn verplicht. De sfeer bij de start was gemoedelijk, maar toch voelde je ook de spanning in de lucht hangen. Het is ook niet zomaar iets, duizend kilometer fietsen in je uppie…

Dag 1 – zaterdag – 244 kilometer, 424 hoogtemeters

Na een voedzame maaltijd en wat geklets met andere deelnemers was het tijd om te starten. Voor mij voelde de start nogal onnatuurlijk, omdat je niet hoeft weg te sprinten en te kiezen voor een goede positie. Draften is sowieso niet toegestaan en uiteindelijk is een ultra een kwestie van een lange adem, en niet van een goede start. In de eerste paar uren van de race zie je nog veel deelnemers rijden en kom je elkaar tegen bij watertappunten en de lokale McDonalds. Hoe langer de race duurde, hoe meer de deelnemers zich verspreiden over het parcours. Sommige deelnemers kiezen al vroeg voor een eerste ruststop, en anderen hebben een hoger tempo waardoor je ze niet meer terugziet.

Mijn eerste dag was vrij efficiënt en bijna een beetje saai. Ondanks de goede weersvoorspellingen ben ik vijf of zes keer goed nat geregend, op sommige momenten tot op het bot. Het vlakke startparcours door Nederland en België fietste gelukkig gemakkelijk weg, en achteraf had ik nog wel wat meer kilometers kunnen maken. Ik stopte uiteindelijk om 03:00 ’s nachts en had er toen 244 kilometer opzitten. Op het internet vond ik een plek om te slapen. De eerste dag was geslaagd, met een prima gemiddelde, weinig pauzes en vooral een stel goede benen. De verlichting deed het goed, net als mijn fietscomputer die ik gebruikte om te navigeren. Het doorfietsen in de nachtelijke, donkere uren viel niets tegen en dat beloofde veel goeds voor de komende dagen. Op naar een paar uur slaap, en hopelijk opgedroogde kleding als ik wakker wordt.

Dag 2 – zondag – 222 kilometer, 2.867 hoogtemeters

Op de tweede dag, zondag, stond het eerste én tweede checkpoint op de planning. Fijne punten om naar toe te leven. Zie het als een behapbare stip op de horizon. Het eerste checkpoint bevond zich onderaan de Muur van Huy en het voelde goed om een eerste stempel in ontvangst te nemen. Het betekende ook dat de hoogtemeters gingen beginnen en dat het voorlopig gedaan zou zijn met de vlakke kilometers in deze ultra. Best spannend, want klimmen met zoveel bepakking is iets dat ik nog niet eerder gedaan had.

Na een matige nacht en de eerste hoogtemeters met beklimmingen als de Muur van Huy merkte ik al snel dat de benen er vandaag geen zin in hadden. Twee lekke banden hielpen ook niet, en na het tweede checkpoint besloot ik dan ook om na ‘slechts’ 222 kilometer een slaapplek te gaan zoeken. Die vond ik in het prachtige plaatsje Bouillon, en na wat gegeten te hebben was ik klaar voor een iets langere en hopelijk vooral betere nacht. Een wijs besluit bleek wel, op basis van de hoeveelheid deelnemers die ik in Bouillon tegenkwam.

Dag 3 – maandag – 305 kilometer, 4.555 hoogtemeters

Achteraf gezien was dag drie de queen stage van deze ultra. Met zowel de langste afstand als de meeste hoogtemeters, was het een lange en uitputtende dag op de fiets. Vooraf wist ik niet helemaal hoever ik zou gaan komen, maar ik merkte al wel dat ik beter geslapen had dan een dag eerder. Net als de dag hiervoor was de temperatuur hoog met zo’n 32 graden. Het eerste doel van de dag lag pas na tweehonderd kilometer, namelijk het derde checkpoint. Na twee korte nachten en al twee lange ritten achter de rug zat de vermoeidheid er al stevig in en dat drukte het tempo behoorlijk, maar toch merkte ik wel dat ik een steady tempo lang vol kon houden. Het lagere tempo komt ook door de hoeveelheid bepakking die je bergop meezeult, iets waar ik vooraf in mijn planning te weinig rekening mee heb gehouden.

Het derde en laatste checkpoint lag dus op kilometer 200 en de 50 resterende kilometers vanaf dat checkpoint naar Nederland waren relatief eenvoudig, met veel kilometers in dalende lijn. Het was inmiddels al wel avond, maar toch ontstond het plan om vandaag ook nog de Limburgse heuvels te trotseren, simpelweg omdat ik helemaal klaar was met het klimmen en er dan ook klaar mee wilde zijn. En zo kwam ik rond middernacht aan op het Drielandenpunt, in een stil heuvelland waar ik voor de verandering maar weinig fietsers tegen ben gekomen. Uiteindelijk lukte het die nacht om de klimmetjes achter mij te laten, en na 305 kilometer ging ik slapen met de wetenschap dat morgen de laatste dag zou zijn, met voornamelijk vlakke kilometers.

Dag 4 – 233 kilometer, 621 hoogtemeters

De laatste dag startte ik met maar één doel voor ogen: de finish halen. Het lichaam was moe, en met name mijn bovenbenen en zitvlak begonnen behoorlijk te protesteren. Gelukkig zaten de hoogtemeters er zo goed als op en was het vooral uren maken richting de finish. De route ging de laatste dag veel langs de Maas vanuit Limburg richting Nijmegen, om vervolgens verder te gaan langs de Waal. Als toetje zaten er nog een paar klimmetjes op de Utrechtse Heuvelrug in het parcours, maar die stelden na al het klimgeweld van de eerdere dagen niet veel meer voor. Het Amsterdam-Rijnkanaal vormde het decor van de laatste kilometers richting Utrecht.

Finish!

De laatste kilometers naar de finish waren behoorlijk emotioneel. Door de vermoeidheid had ik mijn emoties niet helemaal meer onder controle, en de afgelopen dagen flitsten door mijn hoofd. Het lichaam was op, en ik voelde mij ook helemaal leeg. Toch voelde de finish geweldig en bizar tegelijkertijd. Om terug te komen op de plek waar dit avontuur effectief slechts drie dagen geleden begon, voelde bizar aan. Het voelde alsof ik maanden weg was geweest, zoveel was er gebeurd. Maar ik voelde mij ook trots, en nog steeds eigenlijk. Trots op waartoe mijn lichaam in staat is, en dat ik deze extreme uitdaging tot een goed einde heb gebracht.

De route

De route voor de Utrecht Ultra wordt voor zo’n tweederde door de organisatie gemaakt, en het resterende deel mocht je zelf bouwen. Een groot compliment naar de organisatie wat betreft de route is wel op zijn plaats. De vele vergezichten, de prachtige plaatsjes en de mooiste beklimmingen, ik heb er zeker van genoten. Ondanks dat ik veel heb afgezien, met name bergop. De drie checkpoints lagen op uitdagende parcoursen van zo’n 50 kilometer per stuk, met daarin vaak veel slopende klimmetjes. De Muur van Huy bijvoorbeeld, of een steile kasseienklim vanuit Monschau met stroken van 28%. Zeker met de bepakking die je bij je hebt zijn dit beklimmingen waar je amper boven komt, maar dat maakt het ook wel weer mooi. Achteraf dan. Of neem het parcours waar checkpoint twee aan lag. Het parcours van 52 kilometer lang bevatte 1.190 hoogtemeters… De checkpoints zelf waren goed te vinden en elk checkpoint voelde als een kleine overwinning, een goede stap richting de finish in Utrecht.

Ik had alleen de technische pech dat mijn tracker het niet altijd even goed deed. Vooral vervelend voor de volgers thuis die me niet altijd op de minuut konden volgen. Het lijkt mij superleuk om bepaalde gedeeltes van de route nog eens te rijden, maar dan in wat kortere etappes en bij daglicht. Plekken als Bouillon en Monschau zijn zeker een bezoekje waard, en de omgeving is bij uitstek geschikt voor een mooie fietstrip. Een hoogtepunt was om de klimmetjes in Zuid-Limburg die je kent uit de Amstel Gold Race ’s nachts in het donker op te rijden. Een bizar idee dat vrijwel iedereen ligt te slapen terwijl jij afziet in het pikdonker, onder een heldere lucht vol sterren.

Conclusie

Eerlijk gezegd ben ik best wel tevreden over het verloop van mijn eerste ultra. Het eten ging goed, al was ik na die dagen wel helemaal klaar met de grote hoeveelheid koolhydraten die ik met name met sportvoeding naar binnen heb gewerkt. Op de avond van dag drie at ik een pizza, en dat was een welkome afwisseling, die er inging alsof het een kinderformaatje was. De stukken zelfgemaakte route waren goed uitgestippeld en ik had maar weinig overbodige spullen bij me. Qua powerbanks zat ik aan de ruime kant, maar qua voeding, reservemateriaal en kleding had ik alles wat ik nodig had mee. Bijna al mijn voeding is opgegaan.

De volgende keer neem ik wellicht fietshandschoenen mee voor iets meer comfort, en wat meer contant geld. Ook stond ik voor mijn doen goed getraind aan de start, wat je ook zelfvertrouwen geeft. Veel positieve dingen om mee te nemen naar een volgende ultra dus. Als er een volgende komt tenminste…

Wat mij tegenviel is de tijd die je nodig hebt voordat je daadwerkelijk kunt gaan slapen. Inchecken, douchen, eten, electronica opladen, noem het maar op. En dan lig je eindelijk in bed en dan lig je nog strak van de adrenaline naar het plafond te staren. Als je op je pauzemomenten tijd wilt besparen is het zeker aan de raden om een Bivy slaapzak mee te nemen en te gaan kamperen langs het parcours. Maar of de kwaliteit slaap daar weer van vooruit gaat is ook maar weer de vraag.

Wat mij ook opviel is wat vermoeidheid doet met je brein, ondanks dat ik mijzelf deze ultra nooit volledig heb uitgeput. Ik heb altijd op tijd rust ingelast door goed naar mijn lichaam te luisteren. Alsnog wordt je brein traag, waardoor je dingen minder goed of helemaal niet meer registreert. De enige focus die uiteindelijk overblijft is de weg voor je en het lijntje op je fietscomputer. Heel bizar dat er zo weinig ruimte overblijft voor andere gedachtes.

Mentaal gezien is een ultra rijden ook een serieuze uitputtingsslag. Zeker op momenten van slecht weer, materiaalpech of dat je de planning niet haalt is het best even pittig. Je bent sowieso héél veel alleen, een aspect waar ik van tevoren niet per se over nagedacht heb. De finish is op veel momenten ook erg ver weg, terwijl de vermoeidheid al wel toe slaat. Fysiek ben ik nog niet volledig hersteld.

Een ultra rijden is een enorm zware inspanning, misschien nog wel zwaarder dan ik vooraf had verwacht. Ik heb de afgelopen dagen veel bijgeslapen en vooral ook heel veel gegeten. Mijn handen slapen nog vrijwel de hele dag, mijn rug doet pijn en ik heb nog blaren op mijn voet. Allemaal goed te doen hoor, en over een paar dagen zal dat ook wel over zijn. Maar of het rijden van een ultra heel gezond voor je is kun je inmiddels zelf wel invullen denk ik.

De hamvraag is natuurlijk of dit eens en nooit weer is geweest, of dat het vuurtje nu aan is gegaan. Voor mij is het vooral de fysieke en mentale uitdaging die je – met name – met jezelf aangaat die zo interessant en leerzaam is. Iedereen zal dit op zijn eigen manier ervaren maar voor mij was dit heel speciaal. Maar ik kijk er ook wel naar uit om weer korte koffieritjes te maken, en wat minder extreem te doen.

Nog even de feiten op een rijtje: 1.004 kilometer, 8.467 hoogtemeters, 42+ uur op de fiets in drie dagen. Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg. Twee lekke banden. Ik finishte als 58ste in een effectieve onderwegtijd van 3 dagen, 1 uur en 8 minuten. Genoten, gelachen en gehuild. Op naar de volgende. Maar wel pas volgend jaar 😉

Meer info via Utrecht Ultra.

Foto’s:
1,6,9 – @serialcee / 2 – @parallel. hq / 10 – @avoidtheavoid / 7 – @rubbenplatte / 4,8 – @tomhutts / 3,5 – @tonapulido