Jarenlang was rijden met een vermogensmeter voorbehouden aan de profs onder ons. SRM maakt hele goede, maar ook behoorlijk prijzige meters. Sinds een aantal jaren zijn er steeds meer alternatieven op de markt die proberen het meten van watts in plaats van hartslagen toegankelijk te maken. Stages, Garmin, FSA, Powertap, noem ze allemaal maar op. Maar, Nederlanders als we zijn, dat kost allemaal nog best flink wat. Met de Powerbeat van het Amerikaanse Watteam komt trainen met een vermogensmeter opeens best binnen bereik.

Budgetvermogen
De meter die we testen kost online namelijk nog geen 250 euro. Dat begint dus goed. Eerste ‘horde’ is echter wel dat je daar geen compleet gemonteerd crankstel of bottombracket met meter voor krijgt, maar een sensor die je zelf moet monteren op, in dit geval, je linker crankarm. Dat klinkt eng, maar valt in de praktijk eigenlijk best mee. De verpakking die we ontvangen bevat alles wat je nodig hebt om de sensor te monteren en te kalibreren.

Zoals veel vermogensmeters meet ook deze Powerbeat de kracht die je daadwerkelijk op je crank zet. Daardoor zijn er op dit moment alleen sensoren verkrijgbaar die op een aluminium crank werken. Gelukkig zijn dit er nog steeds veel zoals vrijwel alle bekende Shimano, SRAM, FSA en Campagnolo cranks.

Installeren doe je zelf!
Dat je de Powerbeat zelf moet installeren maakt hem uniek. Geen plug ’n play dus, maar aan de slag met de handleiding. Laat je daar niet door terugschrikken. Als je de stappen goed volgt kan er maar weinig misgaan. Hieronder de stappen die je moet nemen.

Je krijgt een doos van waar alles in zit. We kregen alleen een meter voor de linker crank, maar zoals je ziet is er ook ruimte voor de rechter. De meter maak je vast met je pedaal. Het zwarte kunststof deel bevat het ‘brein’ van de meter. Het horizontale vakje bevat de sensor die op de crankarm gelijmd moet worden, met daar aan vast de connector.
De set die je ontvangt is heel compleet en bevat nagenoeg alles dat je nodig hebt. Ze verwachten wel dat je een schaar, een bakje en water in huis hebt, maar dat lijkt ons niet geheel onterecht. Hier zie je het potlood voor het markeren en een stukje schuurpapier om de verbinding van de sensor met de crank te optimaliseren.
Als je goed kijkt zie je tussen de twee elastiekjes drie verticale markeringen die met potlood gemaakt zijn. Deze zijn met een template gemaakt (twee foto’s terug te zien) om de exacte plaats van de sensor te bepalen. De bovenkant van de crankarm is geschuurd voor een zo glad mogelijk contactoppervlak met de sensor. De elastiekjes zijn overigens bedoeld om de sensor op zijn plek te houden terwijl de lijm droogt.
De sensor wordt met twee-componenten lijm bevestigd aan de crankarm. Die lijm krijg je er uiteraard ook bij, inclusief een paar handschoenen, want dit is geen lijm die je op je huid wilt krijgen.
Na het zorgvuldig mengen van de lijm breng je het aan op de sensor met behulp van een soort wattenstaafje. Dat gaat heel gemakkelijk en precies, er is maar een kleine hoeveelheid lijm nodig.
Wanneer de lijm is aangebracht op de sensor breng je deze aan op de crankarm. Het witte kunststof dat je ziet op de foto is niet de sensor zelf, maar een hulpmiddel voor de installatie van de sensor die je nu overigens niet kan zien. Op de foto zie je dat de markering en het sleufje in het kunststof uitgelijnd zijn. Hierbij worden dus ook de elastiekjes ingezet. Met één hand hou je de sensor vast terwijl je met de andere hand de elastiekjes op hun plek trekt. Het geheel moet vervolgens 24 uur drogen bij kamertemperatuur.
Dit is het resultaat na het drogen en nadat het witte kunstof en de elastiekjes verwijderd zijn. Rechts zie je de sensor die verbonden is met de meter die op zijn beurt weer via het pedaal aan de crankarm vast zit. De meter bevat ook de accu. Die kan je opladen door de connector van de sensor te verwijderen en daarvoor in de plaats de connector van de lader erin te steken.
De vermogensmeter en de sensor gezien vanaf de binnenkant van de crankarm. Net voor de sensor moet een extra stukje tape bevestigd worden. Dit dient als een soort zekering als de connector los is zodat er niet aan de sensor getrokken kan worden en deze mogelijk niet meer goed vast zit.
Natuurlijk is er ook app. Niet alleen is deze geschikt voor het gebruik van de vermogensmeter als deze eenmaal is geïnstalleerd, maar het is ook hulpmiddel voor de installatie en gedraagt zich in feite ook als een handleiding. Deze gebruik je ook voor de calibratie. De uitvoering daarvan zie je hieronder. De app geeft aan in welke positie de pedalen moeten staan en kan vervolgens de waardes uitlezen van de vermogensmeter.
Er worden twee waterzakken meegeleverd ten behoeve van het calibreren. Met behulp van de app zet deze in een aantal posities. Als dat klaar is zit de klus erop!

Alles bij elkaar gaat het dus eigenlijk maar om een heel beperkt aantal stappen die heel goed te doen zijn en waar je echt geen ervaren fietsenmaker of techneut voor hoeft te zijn. Globaal komt het hier op neer:

  1. Positie op crankarm markeren met potlood en template
  2. Crankarm licht schuren op gemarkeerde plek
  3. Lijm preparen en aanbrengen op de sensor
  4. De sensor aanbrengen op gemarkeerde positie en vastzetten met elastiekjes
  5. 24 uur laten drogen
  6. Houder en elastiekjes verwijderen
  7. Vermogensmeter installeren m.b.v. pedaal
  8. Calibreren met de waterzakken en de app
  9. Geef jezelf een schouderklopje en ga fietsen!

Meten maar
Zit alles op zijn plek dan is het eerst zaak de meter te laten praten met je fietscomputer en de gratis te downloaden app te gebruiken. De app is sowieso nodig om af en toe een nul-calibratie uit te voeren. Dit klinkt ingewikkeld maar is eigenlijk een zaak van de linker pedaal onbelast recht naar beneden te zetten en je bent klaar. Watteam raadt aan dit voor elke rit te doen, ik beperkt het tot om de paar ritten of als ik denk dat de meter rare waardes doorgeeft.

De meter maakt geen geluid, maar heeft wel een klein LED lampje dat knippert wanneer de meter geactiveerd wordt. Het koppelen aan je Wahoo of Garmin gaat in de meeste gevallen ook soepel dankzij de ANT+ communicatie. Deze werkt efficiënter dan gewone Bluetooth en raden we dus ook aan te gebruiken. Zodra je computer de sensor herkent en alles ingesteld is kun je dus een hoop meer data gaan gebruiken onderweg.

Bovenaan zie je de lader waarmee je ook nog een tweede vermogensmeter kan opladen (de rechter dus als je die hebt). Linksonder de sensor, rechtsonder de vermogensmeter

Sceptisch
In het begin ben ik een beetje sceptisch, ik rijd eigenlijk zelden met een hartslagmeter en meer op gevoel, maar misschien maakt dat me juiste een goede testpersoon. Ik merk in ieder geval dat er een wereld aan data voor je opengaat. Watts kunnen namelijk op verschillende momenten gemeten worden. Sommige ritten voelen wat onrustig zoals je actuele vermogen dat de hele tijd heen en weer schiet qua waardes. Ik kies voor de 3 of 5 seconden gemiddelde variant, dat fiets al een stuk rustiger.

Daarnaast krijg je met deze meter o.a. zicht op je rotaties per minuut, efficiency, Training Stress Score, hoe soepel je trapt, watts per kilo, verbruikte kilojoules en nog allerlei andere mogelijkheden. Watteam verkoopt ook sets van sensors en dan krijg je o.a. ook nog inzicht in de krachtsverhouding tussen je linker- en rechterbeen, maar in dit geval meten we alleen links.

Wat me opvalt is dat in vergelijking met hartslag, kracht een veel constantere waarde is. Zeker als je met klimmetjes of tegenwind te maken hebt. Weet je op een gegeven moment wat jouw omslagpunt (FTP) is zoals dat zo mooi heet, en in welke zone je hoeveel vermogen levert dan kun je veel gerichter gaan fietsen én trainen. Het geeft je ook nog beter inzicht tijdens ritten hoeveel energie je nu echt aan het verbruiken bent. Voor mij betekent het vooral een bevestiging van het ‘gevoel’ dat ik al heb, en eerlijk is eerlijk, dat is soms best fijn. Ik kan nog beter kracht doseren tijdens een langere tochten doordat ik exact weet hoeveel ik op dat moment aan vermogen trap.

Ik snap nu nog veel beter waarom Froome continu op zijn metertje aan het kijken is! Misschien niet voor niets dat de ASO het gebruik van krachtmeters gaat verbieden tijdens de Tour de France van 2019. Je kan veel beter en directer inschatten wat er op dat moment gebeurt met je lichaam en hoeveel je nog aankan. Ideaal tijdens klimmen of langere tochten dus.

Een nieuwe wereld
In de praktijk blijkt de Powerbeat meter goed te werken. Hij blijkt zoals beloofd waterdicht en hoewel het misschien wat fragiel oogt in vergelijking met een sensor die in de crankarm zit, blijft de sensor goed op zijn plek zitten en vergeet ik al snel dat hij er zit. Je krijgt er een specifieke oplaadkabel bij, maar je rijdt zeker een paar weken voordat je die nodig hebt. Het opladen gaat redelijk makkelijk, de bijgeleverde kabel prik je aan de ene kant in een generieke USB oplader en aan de andere kant in de sensor. Die kant is echter behoorlijk specifiek (lijkt op een mini audio aansluiting), dit kabeltje moet je dus niet kwijtraken. Via de app kun je in de gaten houden hoe vol de batterij is.

De samenwerking met in mijn geval een Wahoo Elemnt werkt ook prima, mits je de instructie even goed leest. Ik was iets te ongeduldig waardoor de meter in het begin moeite had met het koppelen met de fietscomputer en de app tegelijk. Als je gewoon de instructies volgt dan is het allemaal duidelijk en te doen. Zodra je fietscomputer de vermogensmeter herkent krijg je automatisch toegang tot een compleet nieuwe wereld aan gegevens.

Na een paar weken rijden met de meter moet ik toegeven dat fietsen met vermogensdata best fijn werkt. Het geeft een duidelijker beeld dan met een hartslagmeter, om inzicht in je daadwerkelijke prestatie te krijgen. De meter zelf doet zijn werk goed en de bijbehorende app gebruik ik eigenlijk alleen voor de nul-reset en om de batterij te checken. Je kan er ook ritten mee opnemen en dan krijg je per mail een nog beter inzicht dan in je geleverde vermogen, verbrande calorieën en andere zaken die verder gaan dan wanneer je de data met Strava of je fietscomputer opneemt. Een mooie bonus, maar voor mij op dit moment (nog) niet zo interessant, ook omdat het betekent dat je de rit met twee verschillende middelen moet vastleggen.

Details
Watteam Powerbeat G2 Single vermogensmeter
Adviesprijs: € 229,99
Alle info bij Watteam

Conclusie
Neem je het fietsen serieus genoeg of steeds serieuzer dan is een vermogensmeter een goeie volgende stap om gericht beter of sneller te worden. Wil je het trainen op vermogen uitproberen of niet meteen bestaande onderdelen van je fiets vervangen, dan is deze Powerbeat best een interessant vertrekpunt. Het is een totaalpakket dat qua data die het je oplevert niet onderdoet voor duurdere en completere meters. Ja, het ziet er misschien iets meer doe-het-zelf uit, maar dat is het ook, en daar bespaar je uiteindelijk wel euro’s mee. Speelt geld geen rol dan zijn er meer opties, maar als je nieuwsgierig bent naar trainen en rijden op vermogen op een budgetair verantwoorde manier dan is de Watteam Powerbeat zeker het overwegen waard.