“Tijdens klimmen wordt ik er door iedereen afgereden, hoe wordt ik nou een betere klimmer”? Is dit een herkenbare gedachte, dan is dit misschien nuttig om te lezen.
Enkele simpele tips.
Handen op je stuur
Tijdens lange klimmen blijf je vaak in het zadel van je racefiets zitten en plaats je je handen boven op het stuur. Hierdoor kan je je stuur gebruiken om aan te trekken tijdens het klimmen. Bij een korte klim is het vaak sneller als je gaat staan. De handen plaats je dan het beste op de shifters. Met je vingers erom geklemd is het toch mogelijk met je armen te trekken.
Je voeten
Het belangrijkste met klimmen blijft natuurlijk het trappen. Begin tijdens een beklimming met een licht verzet en concentreer je op je voeten. Belangrijkste is dat je tijdens het trappen mooie cirkels maakt. Je begint met je voet bovenaan, zorg dat je hiel omlaag staat (zie afbeelding), en trappen maar. Beneden aangekomen zorg je dat je je voet naar achteren trekt, door als het ware het vuil van je schoen aan de trapper af te vegen. Trek daarna je voet omhoog tot dat je hiel op het beginpunt is aangekomen. Nu ben je een keer rond gegaan en wordt het zaak om dit soepel te laten verlopen.
Je zult merken dat als je je teveel concentreert op het naar boven trekken dit ten koste gaat van de rest van de cirkel. Probeer dan ook de cirkel die je trapt te “voelen” en concentreer je op het geheel. Na veel oefenen zal het geheel een automatisme worden en dat is het doel. Rondgaan zonder erbij na te denken.
Niet alleen je benen
Tijdens het klimmen kom je erachter dat het niet alleen een aanslag op je benen is maar ook op je hele bovenlichaam. Zeker bij het staand klimmen gebruik je je bovenlichaam om alles in evenwicht te houden. Een getraind bovenlichaam zal dus ook echt zorgen dat al je concentratie naar je benen kan gaan wat het klimmen weer ten goede zal komen. Misschien herinner je je de klim nog wel dat je er helemaal doorheen zat en dat het op dat moment zelf moeite kost je evenwicht op de fiets te bewaren. De sportschool bied hiervoor uitkomst!
Afhankelijk van omgeving
Dan zijn er nog omgevingsafhankelijke tips. Als er bijvoorbeeld veel bladeren op de weg liggen of het heeft geregend, verplaats je gewicht dan iets meer naar achteren zodat je achterwiel niet gaat doorslippen. Zorg er ook voor dat je niet teveel slingert over de weg, waardoor je onnodig veel afstand fietst.
Veel oefenen en je zult het verschil merken.
