Bijnamen in de wielerwereld, wie heeft er geen? Nou, IK niet.
Een bijnaam in de sport heb je te danken aan enthousiaste supporters, kritische journalisten en creatieve verslaggevers. Helaas is geen journalist geïnteresseerd in mijn wielerprestaties en ook de supporters die ik heb, moet ik eerlijk bekennen, zijn schaars. Na een grondige verdieping in de bijnaam vraag ik me af of ik eigenlijk wel zo slecht af ben. Het is immers niet iets wat je zelf mag verzinnen.
Nico Eeckhout heeft bijvoorbeeld de stoere bijnaam ’ Rambo ’, vanwege zijn gedrongen postuur, brede torso en zijn doorzettingsvermogen, terwijl Tony Rominger het moest doen met ‘de Muis’, vanwege zijn karakteristieke gezicht.
Ik weet niet welke bijnaam jouw voorkeur heeft, maar ik had het wel geweten. Ik weet ook zeker dat je als wielrenner niet blij bent met de bijnaam ‘de Muis’ (wie wil daar nou op lijken?) en dat je een gat in de lucht springt met de bijnaam Rambo (daar dromen toch alle mannen van?). Vrouwen staan dan misschien wel bekend om hun ijdelheid, de niet veel minder ijdele mens, de man, moet dit ook zeker wat doen.
De Zwitser Hugo Koblet mocht in zijn handjes knijpen met de bijnamen: ‘mooie hugo’, vanwege zijn aardige verschijning en ‘Le pédaleur de charme’ vanwege zijn evenzo mooie stijl op de fiets. Nou kan ik me voorstellen dat hij in zijn tijd een mooie verschijning moet zijn geweest maar zodra je er wat bleek en tenger uitziet moet je het gelijk vergelden met de bijnaam ‘Chicken’ alsof Michael Rasmussen daar wat aan kan doen?
Ook bijnamen als ‘de tomaat’, ‘de dromedaris’ en ‘het spook’ zouden me als renner niet kunnen bekoren. Nee, ik ben blij dat ik geen bijnaam heb, het doet me niets, ik vrees zelfs voor een eigen bijnaam! Uiteindelijk gaat het natuurlijk om je prestaties op de fiets en gelukkig heb je daar geen bijnaam voor nodig…
Xxxx Juist!