Nu de rook van het WK in Richmond is opgetrokken staan er nog twee events in onze wegkalender: komend weekend L’eroica waar we dit jaar bij zullen zijn én tijdens hetzelfde weekend: Il Lombardia, de laatste van de wielermonumenten in 2015. Net zoals de andere klassiekers die officieel tot de serie van behoren heeft ook deze eendaagse wedstrijd een prachtige bijnaam: La Classica delle Foglie Morte, oftwel de Klassieker Van De Dode Bladeren.
Femme fatale
De race wordt dan ook al sinds mensenheugenis (in dit geval 1905) georganiseerd in het begin van de herfst. De eerste twee jaar heette de race echter Milano-Milano en volgde dus ook een heel ander parcours dan vandaag de dag. Wat wel altijd gelijk gebleven is het district waar de race plaatsvindt, één van meest Noordelijke Italiaanse gebieden is altijd het strijdtoneel geweest, behalve in twee jaar tijdens de oorlog waardoor de renners al voor de 109de keer aan de start verschijnen om traditioneel het einde van het seizoen in te luiden. Sinds de eeuwwisseling kiest de organisatie echter bijna altijd voor het gebied rondom het Laggio Como, dat kijkt toch lekker weg en biedt ook behoorlijk nog wat uitdaging voor de klimmers. Zoals je kunt verwachten bij een oer-Italiaanse race als deze vinden we de namen van Coppi en Bartali meerdere keren in de uitslagen. Coppi maakte indruk met vier opeenvolgende zeges tussen 1946 en 1949, maar Bartali stond weer vaker dan Fausto op het podium met drie overwinningen, vier keer een tweede plaats en twee derde plaatsen. Legendarisch is de editie van 1956 waarbij de Italiaanse coureur Fiorenzo Magni op het moment dat hij de aansluiting met de kopgroep (met daarin Fausto Coppi) kwijtraakte werd ingehaald door een auto met daarin Giulia Occhini, de mâitresse van Coppi. Op een manier zoals alleen in Italië kan deelde de dame vanuit de achterbank van de bolide een sneer uit naar Magni (ze lagen elkaar beide blijkbaar niet zo goed) terwijl zij hem inhaalde. Dit deed het bloed van Magni koken en zette hem aan tot een heroïsche inhaalactie waardoor hij vlak voor de finish Coppi en de Fransman André Darrigade inhaalde. Magni was echter zo druk met ruzie zoeken met Coppi dat André zijn kans schoon zag en naar de overwinning spurtte. Over een femme fatale gesproken.
Man tegen man
Maar ook de Belgische matadoren Merckx en de Vlaeminck vochten een en ander uit in de jaren ’70. Vooral in 1974 waarin Merckx revanche wilde voor de overwinning van 1973 die hem na een positieve dopingtest werd ontnomen. De Vlaeminck ontsnapte volgens de overlevering al vroeg in zijn eentje. Daarop zette Eddy zijn team op kop om zijn aartsvijand te achterhalen. Roger verschool zich echter uit het zicht, liet het jagende peloton voorbij rijden, sloot daarna weer aan en peddelde vervolgens doodleuk naar de kop van de groep om te vragen wie ze nou eigenlijk aan het achtervolgen waren. In het velodrome van Como zette De Vlaeminck de in regenboogtrui rijdende Merckx nog een keer te kijk door ‘m te verslaan in een man tegen man sprint.
Nederlandse winnaars zijn Jo de Roo met maar liefst twee zeges en Hennie Kuiper. Dit geeft meteen aan wat voor soort rijder je een beetje moet zijn om hier te winnen. Hinault, Kelly, Cunego en Gilbert zijn typische winnaars uit een recenter verleden. Mannen die tegen een spatje regen kunnen en lang meegaan, ook als het bergop gaat. Want de beroemde Madonna del Ghisallo (gemiddeld 5% en max 11%) zit al een tijdje als ‘scherprechter’ in het parcours. Deze bijna heilige plek voor wielrenners is geen super uitdagende klim, maar aan het eind van een lang weg-seizoen doet ‘ie best pijn. Soms neemt de organisatie ook nog fijne klimmen als de Muro di Sormano (gemiddeld 17% en max 25%) op in de route en die doet gewoon altijd pijn. Dan Martin wist vorig jaar in Bergamo te winnen dankzij een splijtende demarrage op slechts 500 meter voor de finish. Dit jaar zou de overwinning mooi passen bij het succesjaar van bijvoorbeeld Valverde. Wij zullen juichen voor Robert Gesink, maar vlak ook toppers als Nibali, Rebellin en Gilbert niet uit. Het zal een spannende laatste zondag voor de buis worden voordat we de wei en modder weer gaan opzoeken. Mocht je na de race nog even willen nagenieten van al het moois dat deze klassieker in zich herbergt, mis dan ook deze Nederlandse documentaire niet.