Wat ooit een luxe accessoire was, is nu gemeengoed geworden, maar speelt nog altijd een belangrijke rol voor veel fietsers; de fietscomputer. Het Japanse CatEye, al begonnen met het ontwikkelen van fiets onderdelen en accessoires in 1948, was daarmee een van de pioniers.
Het zijn geen schreeuwers, de Japanners van CatEye. Natuurlijk doen ze aan marketing, maar het lijkt allemaal heel rustig en bescheiden, al is dat misschien enkel mijn beleving. Feit is wel dat ze in de jaren 80 en 90 hét merk waren als het gaat om fietscomputers. De slogan “wie is er niet mee groot geworden” zou zomaar op fietsers uit die tijd betrekking kunnen hebben. Dus is het wel eens leuk te zien waar het allemaal mee begon. Wat toen modern en high-tech was, is nu ouderwets, want destijds was het al mooi dat je de snelheid en afstand kon bijhouden. En hoewel een fietscomputer met GPS vele malen geavanceerder is dan die eenvoudige van toen, worden er nog altijd fietscomputers verkocht die nog precies de functies hebben als die “state-of-the-art” computers van toen.
De in 1981 ontwikkelde CatEye de Velo. Dat is alweer 35 jaar geleden. De Velo is model dat – uiteraard met enige aanpassingen – nog altijd met die naam in de collectie van CatEye zit. En met dezelfde 7 functies. Snelheid, max snelheid, gemiddelde snelheid, afstand, totale afstand (odo), tijd en verstreken tijd. Ze waren er niet alleen vroeg bij, maar hadden dus ook al meteen een goed model te pakken. En kennelijk is er dus ook nog steeds een markt voor dergelijke eenvoudige fietscomputers. Niet iedere fietser heeft behoefte aan coordinaten, RPM en Watts.
Eigenschappen als grootte en gewicht staan duidelijk nog niet bovenaan de prioriteitenlijst bij de ontwikkeling van de eerste Velo. Dat je gegevens kan aflezen al een mooi begin. Wat betreft sensoren is het ook nog allemaal net iets anders dan we nu gewend zijn. De verbindingen zijn allemaal bedraad en het had ook allemaal iets meer om het lijf, maar het werkte wel.
Snelheidssensor van de Velo in 1981 (Foto: A New Recyclist)
In 1984 kwam CatEye opnieuw met een innovatie. De Velo werkte op twee AA batterijen, maar die waren niet meer nodig; de Solar was daar! De Solar CC-2000 had een aantal zonnecellen meegekregen waardoor batterijen overbodig waren geworden. Van opladen was toen nog geen sprake, maar batterijen hoefden dus niet meer vervangen te worden. Mocht je er nog een hebben, maar toch niet weten hoe hij werkt, een scan van de handleiding is nog te vinden bij CatEye (staat alleen niet in waar het meest linker knopje voor is)! Niet alleen de zonnecellen waren speciaal, ook kon je met deze computer je cadans meten en zijn de sensors wat kleiner geworden. Zo zie je dus dat het aantal functies dus ook langzaam uitgebreid wordt.
In 1987 introduceerden ze de Micro waarmee ze voor het eerst echt een kleiner formaat fietscomputer op de markt brachten. Ook de Micro is zit net als de Velo nog steeds in de collectie van CatEye. Klein, maar wel nog bedraad dus, maar daar kwam in 1990 verandering in met de CC-CL100 (cl=cordless). Draadloos is nu vanzelfsprekend. Het staat mooier zonder dat gekrulde draadje en het installeren is eenvoudig. Wat betreft functies is deze computer niet heel uitgebreid, je kan er bijvoorbeeld niet je cadans mee meten, maar van die draad ben je af. Er was geen ANT+ of Bluetooth dus CatEye heeft een eigen protocol daarvoor gebruikt.
Trainen met je computer destijds kwam dus eigenlijk neer op snelheid en cadans. Op zich nuttige informatie, maar voor serieus trainen is er meer nodig. Hartslag bijvoorbeeld en met de CC-HB100 maakte CatEye dit in 1994 mogelijk. Huidige hartslag, gemiddelde en hoog en laag, daarmee moest je het doen. Als je een beetje weet waar je mee bezig bent kan dat al voldoende zijn. Je ziet ook aan het display dat de computers verbeteren. Duidelijk leesbaar, twee regels met informatie en de hartslag wordt apart weergegeven.
In 1996 komt CatEye met een computer die we tegenwoordig aan de gravelrijders zouden toebedelen, de AT100, een adventure cycling computer. Wat betreft uiterlijk in ieder geval want de functies zijn voor veel meer fietsers handig, je kan er namelijk de hoogte, luchtdruk en temperatuur mee meten. Niet iets dat alleen avonturiers willen weten. Het oplichtende display is ook nieuw. Je moet dus als fietser wel redelijk goed weten welke informatie je nodig hebt om te weten welke computer het beste bij je past.
Alle technieken van de eerdere fietscomputers van CatEye, en nog heel veel meer, komen samen in hun laatste model. CatEye Padrone Smart+ is het nog wat luxere broertje van de Padrone Smart die Cyril al eens aan de tand voelde. Het display kan meer informatie weergeven, maar er zijn ook overeenkomsten. Weinig knoppen (2) en de LCD schermen lijken wat betreft uiterlijk ook nog wel op elkaar. Uiteindelijk gaat het er ook om wat het apparaat allemaal kan. Met de aanpak van CatEye is de Padrone eigenlijk een soort 2e scherm van je telefoon geworden, al is je telefoon noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken (voor het GPS-signaal overigens wel). Hij kan alle denkbare informatie meten en weergeven en biedt simpele routenavigatie. Informatie welke men bij de ontwikkeling van de eerste Velo CC-1000 in 1981 waarschijnlijk nog niet eens voor mogelijk had gehouden.
