“Never change a winning team”, hoor je wel eens. Toch is dat precies wat Cannondale gedaan heeft met hun meest verkochte en succesvolle racefiets: de SuperSix EVO. We zijn op bezoek in hun Europees Engineering en R&D kantoor in Freiburg waar het nieuwe model gepresenteerd wordt, en zo’n beetje alles is nieuw. Het merk neemt daarmee nogal een gok, maar heeft duidelijk een goede reden om dat te doen.

Allround racer
De SuperSix is sinds de introductie onder die naam in 2007 een vaste waarde in het profpeloton. De fiets was altijd al een lichtgewicht en een heel stabiel rijdend model. Hij was dit jaar zelfs nog de winnende fiets in de Ronde van Vlaanderen. Maar de huidige SuperSix EVO is ook een wat klassiek ogend frame, zeker wanneer je hem vergelijkt met concurrerende fietsen die steeds meer aero-eigenschappen overnemen van hun aero-modellen. De ideale combinatie daarbij is die van licht en toch snel. Veel van de aero-modellen hebben om een lagere luchtweerstand te creëren vaak ook meer materiaal nodig. Daarnaast zijn de pure aero racers niet heel comfortabel doordat de afmetingen van de carbon buizen groter zijn en meestal minder flexibiliteit ingebouwd hebben. Met de huidige SystemSix heeft Cannondale al een hele snelle aero racer in huis, de SuperSix is altijd de allround racer geweest die je meer vrijheid biedt. Je kan er mee racen zoals de renners van team EF doen, mee klimmen en ook nog redelijk relaxt mee toeren als liefhebber. Maar Cannondale gooit het roer nogal om.

Nieuwe look
De afgelopen maanden is je misschien al opgevallen dat er een nieuwe ‘look’ is. Het bekende groen is verdwenen van de prof-fietsen en het logo is opgestrakt. Mooi of niet, het voelt allemaal wel meer van nu vind ik. Het is het resultaat van een nieuwe creative director: Nick Larsen. Voorheen was hij de drijvende kracht achter bijvoorbeeld Fabric, dus die strakke nieuwe stijl komt niet uit de lucht vallen. Ook het uiterlijk van de nieuwe SuperSix is onder handen genomen en zal voor veel mensen even wennen zijn. Als ik de presentatieruimte inloop waar een aantal verschillende SuperSix modellen bij elkaar aan de muur hangen vallen twee dingen direct op: De geometrie is volledig veranderd en richting aero opgeschoven zonder zo extreem te zijn als de SystemSix. Daarnaast het uiterlijk. Verdwenen zijn de dominante logo’s, die hebben plaatsgemaakt voor subtiele lijnen en contrasterende en soms ook reflecterende kleurvlakken. Hierdoor oogt de fiets veel meer ingetogen, bijna alsof het om een custom model gaat en niet om een ‘fabrieksfiets’.

Weinig te wensen
Na een presentatie waarin de vooral de engineers aan het woord komen en uitgelegd wordt dat de zoektocht naar ‘gratis’ snelheidswinst het belangrijkste was, is het tijd om van dichtbij kennis te maken met de nieuwe SuperSix. Er staan zo’n 15 identieke modellen klaar voor onze groep. We gaan een rondje van zo’n 70 kilometer fietsen, meestal net genoeg voor een eerste indruk. Maar eerst neem ik mijn fiets even mee om er een paar foto’s van te maken en om hem in alle rust eens goed te bekijken. Meest opvallend is zoals gezegd de nieuwe geometrie en dan vooral de achterbrug. Cannondale heeft de meer traditionele driehoek ingeruild voor een compactere, waardoor deze in basis stijver is geworden. Leg je de geometrie overzichten van het oude en nieuwe model naast elkaar dan zie je dat er wel verschillen zijn, maar dat ze marginaal zijn, op de zitbuis na die veel korter is geworden. De stack is iets toegenomen en de reach iets afgenomen (57,4/39,0 voor een maat 56). Dit heeft ook met de hoek van de bovenbuis te maken, maar het is allemaal millimeter werk. Millimeters die natuurlijk wel belangrijk zijn voor hoe de fiets nou echt rijdt.

Ik krijg het topmodel mee, de Hi-Mod Disc Dura Ace Di2, een fiets waarbij je nog maar weinig te wensen overhoudt. Wat naast de achterbrug opvalt is de cockpit. Cannondale heeft een eigen geïntegreerde stuurpen ontwikkeld waar ook alle kabels doorheen lopen. Helaas is wel een aantal spacers nodig die het uiterlijk wat mij betreft niet direct ten goede komen maar het leven van mechaniekers wel een stuk makkelijker maakt. Al dat wegwerken van kabels is natuurlijk mooi en goed voor de aerodynamische eigenschappen, maar om er aan te sleutelen is het vaak een uitdaging. Ik wil mijn stuur wat lager hebben en dankzij de slimme constructie van de spacers is het zo gebeurd. Net als de SystemSix zijn de topmodelen (DuraAce, DuraAce Di2 en Ultegra Di2) uitgerust met een Power2Max vermogensmeter die je kunt activeren tegen betaling. Verder valt de keuze voor de vorm van de buizen op. Airfoil noemt Cannondale het, en het is het voorste deel van een vleugel. Volgens de engineers hebben ze materiaal en gewicht weten te verminderen en is door de vorm de luchtweerstand of ‘drag’ tot 30% afgenomen. Eens zien hoe dat in de praktijk uitpakt.

Als vanzelf
Ons rondje begint soepel over degelijke Duitse fietspaden, maar al snel komen we wat ruwer wegdek tegen, dat is voor dit soort fietsen altijd een uitdaging. Maar de SuperSix lijkt zich weinig aan te trekken van de ondergrond. Zelfs op een nat gravelpad wil de fiets vooruit en wordt hij niet nerveus. Op meer rechte asfalt stukken valt me vooral op hoe makkelijk de SuperSix zijn snelheid vasthoudt. Accelereren kost ook niet veel moeite, maar op snelheid blijven lijkt soms bijna vanzelf te gaan. Het zal een combinatie van de aero eigenschappen en het feit dat de fiets als totaalpakket is ontworpen zijn. Bijna alles komt uit eigen Cannondale stal, inclusief nieuwe Hollowgram 45 Knøt wielen, zadelpen, stuur en stuurpen. Pas als je een fiets hebt gereden waarbij al deze elementen op elkaar afgestemd zijn snap je het verschil. Ook deze uitvoering van de SuperSix doet er zijn voordeel mee.

Er zijn ook een paar klimmetjes opgenomen in de route. Ook hier weet de fiets natuurlijk prima raad mee. Een complete fiets (zonder pedalen) weegt maar 7,39 kilo. Dat geeft meteen aan dat Cannondale geen pure klimfiets van dit vernieuwde model heeft gemaakt, dan zou je hem nog lichter proberen te maken. Hoewel ik voor mijn gevoel redelijk snel omhoog rijd, merk ik dat als ik ga staan de compacte achterbrug best invloed heeft. Het is moeilijk uit te leggen maar hij klimt met iets minder schwung dan bijvoorbeeld de Synapse waar Björn in die review al eens positief over schreef. Op het moment dat je staand, de fiets van de ene naar de andere kant duwt, krijg je aan het eind van die beweging net niet dat soepele gevoel dat je bij sommige andere fietsen wel hebt. Dit is een natuurlijk persoonlijke voorkeur en kan dus ook anders voelen per persoon.

Aan de andere kant, bergaf dus, is de SuperSix echt in zijn element. Hoe hoger de snelheid hoe stabieler en fijner de fiets rijdt. Hij reageert voorspelbaar maar zeker niet sloom en ook op natte stukken in de afdalingen voel ik me veilig en zeker. Op de weg terug naar Freiburg rijden we nog over een paar snelle, vlakkere stroken, soms met korte bochtjes. Hier is de fiets echt in zijn element. Hij stuurt scherp en zeker, rolt super soepel en ik geloof dat de aero aanpak op dit soort terrein echt wel een voordeel biedt. Overall is het een fiets die je waarschijnlijk op heel veel verschillende gebieden goed kan inzetten en waar je hier heel veel plezier van kan beleven. Voor een meer uitgebreide review van de Cannondale SuperSix Evo Hi-MOD kan je hier terecht.

Maten en soorten
Cannondale gaat met de SuperSix een risico aan. De nieuwe vorm en aanpak zal niet iedereen aanspreken, maar ik denk ook dat ze een nieuwe groep fietsers gaan aanspreken die zich eerst niet thuis voelden bij het merk en hun uitstraling. Het aanbod is ook dermate breed dat er voor bijna elke portemonnee wel een SuperSix te vinden is. Het Hi-Mod topmodel dat ik reed mag voor € 10.999,- mee naar huis. Dat is natuurlijk een berg geld, maar daar krijg je dan een topfiets op profniveau voor waar eigenlijk niets meer aan toe te voegen valt. Maar je rijdt al een SuperSix voor € 2.299,- Dan heb je nog steeds een full carbon frame (maar wel wat zwaarder door ander carbon), een degelijke Shimano 105 groepset met velgremmen en een set aluminium Fulcrum wielen. Daartussen in zijn er nog allerlei opties, waarbij volgens mij de Carbon Disc Ultegra versie de meest aantrekkelijke is voor € 3.599,-. Cannondale kiest er voor om niet met een specifiek frame voor vrouwen te komen. Wat sommige modellen anders maakt zijn de maten, afmontage (zoals dames-zadels) en kleurstellingen waarbij de donker groen met lichte contrast kleuren voor mij een persoonlijke favoriet is. Elke uitvoering is minimaal in maat 44 verkrijgbaar en de heren-modellen in maximaal 62.

Cannondale app
Leuk nieuw extraatje is de Cannondale app die bij de nieuwe SuperSix hoort. Elke SuperSix heeft een sensor in het voorwiel. Via bluetooth verbind je je fiets met je smartphone. De app werkt daarna als rit-tracker, houdt bij wanneer er onderhoud nodig is en wanneer dat uitgevoerd is en gaat in de toekomst nog meer (gelokaliseerde) onderdelen bieden. Een leuk extraatje voor de fans zullen we maar zeggen. Opvallend vind ik dat als ik de Britse EF prof renner Dan McLay die met ons meefietst vraag wat hij van de SuperSix vindt hij moet toegeven dat hij er ook voor het eerst op rijdt. Navraag bij de engineers bevestigt de minimale samenwerking tijdens de ontwikkeling. ‘Soms laten we rijders er wel meerijden, maar dan is dat meer om te bevestigen wat wel eigenlijk al weten.’ lacht David Devine. De komende maanden zal blijken of de vernieuwde aanpak gaat werken. Zowel voor het EF Team tijdens de komende wedstrijden als in de markt. Het is duidelijk dat Cannondale veel heeft geïnvesteerd in dit nieuwe model en dat ze er terecht veel van verwachten. De nieuwe SuperSix EVO is vanaf nu te koop.

Meer informatie vindt je op de website van Cannondale.