De wielerlente trekt zich weinig aan van de meteorologie en begint met de eerste Klassieker: Milaan – Sanremo, opvallend is dat ‘ie dit jaar op zondag wordt verreden in plaats van de traditionele zaterdag.
Alweer voor de 104de keer sturen de renners hun rossen vanuit Milaan naar het zuiden. Over maar liefst 298 kilometer (vergelijkbaar met een tocht van Leeuwarden naar Antwerpen) zakken ze af richting Italiaanse Riviera. Hiermee is La Primavera zoals de koers liefkozend genoemd wordt, de langste van de Voorjaars Klassiekers.
De route
De lengte en het gebrek aan echte uitdagende klimmen maakt dat onder renners deze koers een ietwat negatief imago heeft. Zelden komt de sterkste hier als eerste over de streep, maar is het volgens veel profs een beetje een loterij. De route is danig veranderd door de jaren heen, maar in recente edities heeft de organisatie geprobeerd door de Cipressa en Poggio aan het eind van de koers op te nemen een schifting in het peloton te forceren. Vorig jaar was een zeldzame afwisseling van de bijna voorspelbare massasprint. Drie renners vielen op de Poggio aan én wisten weg te blijven, waaronder de latere winnaar Simon Gerrans. Hij wist Cancellara en Nibali voor te blijven en was meteen de tweede niet-European die de koers ooit won. De eerste was zijn landgenoot Matt Goss in 2011.
De afstand tussen de Poggio en finish lijkt de uitkomst van de koers te bepalen. Hoe langer, hoe groter de kans op een massasprint. Dit jaar finishen we in Sanremo weer op de weg aan de kust, een paar kilometer voorbij de afdaling van de Poggio. De organisatie denkt er blijkbaar over om de finish te verplaatsen richting Poggio, maar dat is voor de toekomst.
Het verleden
Leuke weetjes voor tijdens deze soms wat saaie koers (de eerste 285 kilometer bieden helaas zelden echt spektakel): Eddy Merckx won ‘m maar liefst 7 keer en in 1942 kwam het voor het laatst voor dat de regerend Italiaans Kampioen won. Wie weet heeft Franco Pellizotti dit jaar meer geluk. Tenslotte zijn de Italianen met 50 overwinningen wel het meest succesvolle deelnemende land. Andere roemruchte winnaars zijn Gino Bartali, Tom Simpson en Hennie Kuiper. Hij was ook de laatste Nederlandse winnaar.
De renners starten in Milaan, een stad met een uitermate rijk wielerverleden en dat is ook de reden waarom er daar gestart wordt. Milaan was 100 jaar geleden het centrum van de Italiaanse wielerindustrie. Een sportclub uit Sanremo (Unione Sportiva Sanremese) had de koers bedacht, dus dat werd de logische finishplaats. Legendarische fietsmerken zoals Bianchi, De Rosa, Legnano en Masi zijn allemaal opgericht in of bij Milaan en hebben vooral in het verleden een groot aantal renners naar overwinningen gebracht.
Een van de meest memorabele edities was toch wel die van 113 jaar geleden. Van de 63 starters kwamen er maar 4 over een besneeuwde Passo del Turchino. In die tijd deden renners trouwens makkelijk meer dan 12 uur over de wedstrijd en mochten ze geen enkele hulp van derden ontvangen. En ook Jan Raas kan vertellen over de gevaren van de koers. In 1984 ging hij onderuit en moest uit een boom gehaald worden waar hij met drie gebroken ribben in terecht gekomen was. La Primavera is niet altijd even liefelijk dus.
Komende zondag
Komende zondag hopen we natuurlijk op een gedurfde aanval van Gilbert, een splijtende afdaling van Nibali of een verrassing van één van de Nederlandse deelnemers. Mocht het tot een sprint komen dan zijn mannen als Sagan, Cavendish, Greipel en Degenkolb degene die we waarschijnlijk in de gaten moeten houden. Wat de uitkomst ook zal zijn, in ieder geval veel kijkplezier zondag 17 maart met Milaan – Sanremo.
foto via Bicycling