Het is natuurlijk een beetje afhankelijk van wat je zoekt in een Europese fietsbestemming, maar mocht je een week per jaar over hebben en een combinatie zoeken van klimmen, lekker weer en goed eten, dan zou Corsica eigenijk wel op je lijstje moeten staan.

Verlekkerd
Afgelopen mei verbleef ik er een week lang, nadat ik vooral verlekkerd naar foto’s van anderen gekeken had. Vliegen (met de racefiets in fietskoffer/tas verpakt) kan vanaf verschillende luchthavens in België en Nederland, je bent zo’n 1,5 tot 2 uur onderweg. Ik vlieg op Ajaccio en huur samen met een paar fietsvrienden een airbnb appartement ongeveer een uur ten noorden daarvan in het bergdorpje (eigenlijk een gehucht) Coggia.

Aangezien we lekker zelfstandig en eigenwijs zijn, hebben we ervoor gekozen alles zelf te regelen. Je kan natuurlijk ook complete fietsvakanties op Corsica boeken. Dan heb je de luxe van lunchstops en georganiseerd vervoer van je bagage, maar dan zit je wel vast aan routes die iemand anders maakt en dat is op dit eiland misschien wel zonde.

Want eerlijk is eerlijk, je kan op veel andere plekken in Europa uitdagendere klimmen of routes vinden, daar kom je niet voor naar Corsica. Waar je wel voor komt zijn de heerlijk rustige achterafweggetjes met vrijwel geen verkeer maar wel met wilde zwijnen en ander vee. Ze kronkelen of direct vanaf zeeniveau, of vanuit een dal, omhoog naar slaperige dorpjes waar het leven er heel rustig en relaxt aan toe gaat.

Op tempo omhoog
De percentages zijn bijna overal heel goed te doen. Meestal geeft mijn Wahoo aan dat het met een procent of zes à zeven omhoog gaat, alleen in een haarspeldbocht tik ik soms de negen procent aan. Hierdoor kun je prima een ritme vinden en omhoog peddelen zonder echt gesloopt te worden door steile stukken zoals je die in de Alpen, Dolomieten of Pyreneeën wel tegenkomt. Mij bevallen de klimmen daardoor prima en ik kan soms zelf lekker op tempo omhoog fietsen. Ben je een beetje ervaren klimmer dan heb je met een compact voor genoeg aan 25 of 27 achter, rijd je een dubbel voor dan is een lichtste verzet rond de 29 wel fijn om bij je te hebben, zeker als je meerdere dagen achter elkaar gaat klimmen.

Afwisselend
Behalve dat je weinig verkeer tegenkomt op de binnendoorweggetjes zijn ze meestal ook nog behoorlijk indrukwekkend qua uitzicht. Wat het meeste opvalt is dat het landschap zo divers is. Scherpe rotspartijen, uitzicht op zee, oude naaldbossen, wijngaarden, diepe valleien en hoge bergmeren, je komt het allemaal tegen binnen een straal van zo’n 100 kilometer. Deze afwisseling maakt Corsica echt uniek. Tel daarbij de vriendelijk bevolking, het smakelijke eten een een prima klimaat (als je tenminste niet midden in de zomer rondfietst) bij elkaar op en je komt tot een bijna perfect fietsbestemming.

We wisselen ritjes vanuit ons huis af met tochten waarvoor we eerst de auto moeten nemen. Maar doordat we flexibel en zelfstandig reizen kunnen we altijd kiezen voor de optie met de minste kilometers op de drukkere kust- en doorgaande wegen. Want de keren dat we de kustweg aan de westkant kiezen komen we hier wel de meeste groepen tegen, meer landinwaarts zien we ze veel minder, terwijl daar volgens ons de mooiere routes en klimmen te vinden zijn. Een paar van onze favorieten zijn de klim naar de Col de Sevi vanuit Porto en de Col de Sorba (klim op dag 3) in het binnenland. Ook ideaal: omdat het eiland ook populair is bij wandelaars zijn er in bijna elk dorpje wel waterbronnen te vinden waar je je bidon kunt bijvullen. Eten moet je wel genoeg meenemen, vooral door de week zijn er in veel dorpjes maar weinig eetgelegenheden te vinden die open zijn. En houd ook rekening met de Franse lunchtijden :-).

Ik heb nog lang niet alles gereden op Corisca en komen dus zeker nog een keer terug op dit prachtige eiland om nog meer van die heerlijke kleine kronkelweggetjes te ontdekken.