Met Luik-Bastenaken-Luik achter ons zit het voorjaarsseizoen er helaas weer op. Wat hebben we genoten! Van een legendarische editie van Strade Bianche, tot Niki Terpstra tijdens de Ronde van Vlaanderen. En bij die laatste stonden we precies op de juiste plek op de Oude Kwaremont toen hij zijn definitieve gaatje sloeg. Maar een dag eerder mochten we zelf die kasseien trotseren tijdens de We Ride Flanders cyclo.

Moeilijk dingetje
Nu is zo’n toertocht als deze toch een moeilijk dingetje. Aan de ene kant een wielerfeest dat je met zo’n 15.000 andere enthousiastelingen deelt, aan de andere kant een hel op wielen, juist omdat je met al die andere een klim als de Paterberg probeert te bedwingen. Laten we bij de positieve punten beginnen. Alles is strak georganiseerd rondom de tocht. Startnummers ophalen, last-minute reparaties aan je fiets en zelfs fikse vlammenwerpers bij de start. Eenmaal onderweg merk je wel dat het soms wat druk is. Als iedereen over een smal padje over een brug bij Oudenaarde geloodst wordt is het best even krap. Maar al snel vallen er gaten tussen groepen en rijd je redelijk in je eigen tempo over beroemde kassei-stroken zoals de Paddestraat en Vlaamse heuvels zoals de Berendries. Eten is er zo’n beetje elke 35 kilometer en dat is ook allemaal prima voor elkaar. Her en der worden zelfs onze kaderplaatjes (die blijkbaar voorop het stuur gemonteerd hadden moeten worden) gecontroleerd om ‘zwartrijden’ te voorkomen. Ook fijn, voor de meest precaire beklimming (de Koppenberg) is er een ‘omleiding’ mocht je het niet aandurven en zowel op deze als de Paterberg is het ‘rechts’ lopen en ‘links’ fietsen.

Gevloek en gekraak
Echter ondanks al deze voorzorgsmaatregelen is het op beide klimmen toch een heus slagveld. Het heeft net een beetje geregend als we de Paterberg opdraaien en al vrij snel hoor ik gevloek en gekraak om me heen. Fietsers die niet precies weten dat schakelen onder pedaaldruk niet altijd een goed idee is, glijden weg of zetten zoveel druk op de ketting dat ze stilvallen. Voor mijn neus glijdt iemand op een Bianchi uit en ik weet ‘m net te ontwijken terwijl ik een meter verder mijn elleboog nodig heb om iemand uit mijn voorwiel te houden. Oef, dit valt niet mee. Op de Koppenberg is het niet heel veel beter. Ook hier veel stilvallers, lopers en vloekers. Uiteindelijk weet ik beide wel op te fietsen, maar ik heb wel al mijn cross-vaardigheden nodig.

Pittig
Na deze beproevingen valt die Oude Kwaremont gelukkig mee, qua drukte in ieder geval. Want wat een pittig klimmetje blijft dat zeg. Ben je in het dorp aangekomen, dan leiden de kasseien je gewoon naar deel twee van de klim. En met al 120 kilometer in de benen voel je dat best. Gek genoeg zijn er eigenlijk drie verschillende finishplekken. Eerst kom je over de streep van de officiële Ronde, dan bereik je het marktplein in Oudenaarde en vervolgens is het nog een kilometer of twee tot aan de Kubus waar je eerder die dag ook gestart bent. Beetje verwarrend, maar ook hier alles top geregeld inclusief bewaakte, gratis fietsenstalling op het plein.

Aanrader
Overall is het als event dus zeker een aanrader, maar nadeel blijft de drukte op die befaamde klimmen waar je jezelf eigenlijk wil uitdagen. De Paterberg en Koppenberg zijn al moeilijk genoeg, laat staan met een paar honderd andere fietsers/lopers er op. En ze zijn natuurlijk op elke andere dag van het jaar ook te beklimmen. Zeker als je vanuit het Centrum Ronde Van Vlaanderen begint en één van de verschillende goed uitgepijlde routes volgt. Uiteindelijk heb ik genoten, zeker omdat de combinatie met het kijken van de koers de dag erna echt top is. Ik ga wel later dit jaar nog een keer terug om een keer in mijn eentje te genieten van al dat moois in Vlaanderen.