We worden de afgelopen weken enorm verwend als het gaat om de cross. Alle klassementen liggen nog open en daar wordt volop voor gestreden. Veel crossen waar Pidcock, v/d Poel en van Aert aan de start verschenen en waarbij vooral die laatste twee voor veel spektakel hebben gezorgd. De eerste keer dat ze dat deden lijkt al weer lang geleden, en was tijdens de Zilvermeercross eind december. Naast een fantastische avondcross was dit ook het parcours voor de Specialized Crux Cross Cup van dit seizoen.

Traditie in het crossseizoen

De Crux Cross Cup is de laatste jaren een traditie voor pers, ambassadeurs, dealers en personeel van Specialized. Zo reden we in het verleden al rond op de iconische parcoursen van Namen en Hamme-Zogge en het bekende trainingsgebied in Lichtaart. Nu zijn we dus naar het Belgische Mol gereden, dat direct over de grens onder Eindhoven ligt.

Voordat we worden losgelaten voor de Crux Cross Cup, gaan we eerst twee rondes het parcours verkennen met Richard Groenendaal, Erwin Vervecken en Daphny van den Brand. Drie crossers die allen de regenboogstrepen hebben gedragen in hun carrière. De Zilvermeercross is een echte zandcross, met verschillende lange passages langs de zwemvijver van het vakantiepark. En fietsen door los zand is een vak apart en dat wordt al vrij snel bewezen door de ex-profs. Links en rechts zijn al de eerste valpartijtjes terwijl zij stoïcijns door het zand rijden. En dat is ook wel de truc van het klieven door het zand; rechtdoor rijden, vooruit kijken, niet sturen, blijven trappen en je evenwicht bewaren door met je lichaam te ‘sturen’.

Nu zijn de zandstroken rondom het zilvermeer zo lang, dat je op den duur stil valt. Dit zag je (gelukkig) ook bij de profs, dat de strook langs de materiaalpost te lang is om te fietsen, zeker omdat deze aan het eind ook nog omhoog loopt. Hoe verder je kan fietsen, hoe korter je hoeft te lopen. Logisch natuurlijk, maar wel een belangrijk punt aangezien lopen zwaarder is. Naast het zand kent het parcours ook nog twee trappen, en venijnig steile hellingen na scherpe bochten waardoor je ook hier van de fiets moet. Kortom, een parcours voor goede lopers aangezien je zo’n 6 keer per ronde van de fiets moet. Gaandeweg de ochtend wordt het iets beter berijdbaar doordat er sporen ontstaan, maar ondanks dat is het nog steeds een loeizware ronde.

Twee ronden maximaal afzien

Afgaande op de temperatuur lijkt het geen december. Het is best warm voor de tijd van het jaar, dus de jasjes gaan uit nadat we officieel naar de start zijn geroepen. Vanaf de start wordt er direct volle bak gereden om als eerste het veld in te duiken. Als dan de eerste zandstrook er aan komt, merk je dat dit toch andere koek is, met een torenhoge hartslag. Bij de verkenning rijdt je er rustig naar toe en kan je fris aan een zandstrook beginnen, maar in koers kom je toch niet zo ver of maak je eerder een stuurfout en wordt je gedwongen tot lopen. Fiets op de schouder en lopen maar.

Lopen in mul zand is zwaar en met een hoge hartslag, een fiets op je schouder en zure bovenbenen wordt het niet bepaald makkelijker. Nadat we de eerste stroken hebben gehad, merk je dat er na zo’n loopstrook ook weinig kracht overblijft voor een fatsoenlijke aanzet. Voor je gevoel kruip je over het parcours en lijkt het of je voor het eerst op een cross fiets zit. Zo’n parcours dat wordt uitgetekend voor de profs is wel wat anders dan het plaatselijke rondje door het bos.

De zandstroken, trappen en technische passages volgen elkaar in snel tempo op. Nergens op het rondje is er ruimte voor herstel, want op de ‘lopende stroken’ wil je toch het tempo hoog houden. En dan zie je goed het verschil met de ervaring en vooral techniek van de oud-profrenners weer voorbij komen. In de tweede ronde rijden zij nog net zo makkelijk door het zand als tijdens de verkenning, waardoor ze verder door kunnen fietsen en minder hoeven te lopen.

Kijken hoe het echt moet

Nadat wij de ochtend het parcours (soms letterlijk) onveilig hebben gemaakt, kunnen we na een stevige lunch gaan kijken hoe het echt moet. Het publiek is massaal toegestroomd en we hebben een mooie plek langs de lange zandstrook, ter hoogte van de materiaalpost. Volop actie dus. Gedurende de cross wordt er meer en meer een goed spoor gevormd, en mannen als Sweeck, Pidcock en van Aert rijden bijna de volledige zandstrook. Strak langs de paaltjes, sturend met het bovenlichaam en af en toe met de hand de netten vastpakken.

De organisatie heeft veel schermen rondom het parcours, dus als je de renners zelf niet kan zien, kan je de wedstrijd alsnog goed volgen via de live beelden. Dat die mannen veel techniek hebben is natuurlijk geen verrassing, maar hoe ontzettend hard zij door dat zand lopen heeft mij wel verbaasd. En dat geldt niet alleen voor de mannen die op het podium eindigen, maar alle renners die rondrijden bij de eerste 25 a 30 zouden niet misstaan aan de start van een hardloopwedstrijd.

Foto’s van Joris Knapen