teamuitje spa bjorn a-erop

Natuurlijk is geel de kleur van de Tour als verwijzing naar de kleur van het papier van de Franse krant L’Auto-Velo. Maar dit jaar kleurde de race door Frankrijk eigenlijk meer oranje dan ooit. Een paar van de mooiste momenten Hollandser dan je denkt. En na een mislukt EK is dat best lekker.

Zoals in 2019

Hoewel het niet op de allereerste dag lukt zoals in 2019 voor Mike Teunissen, was natuurlijk Mathieu van der Poel de held van de eerste week. Met zijn overwinning in de tweede etappe maakte hij de verwachting meer dan waar. Elke dag was het genieten van een strijdlustige Mathieu die zowel Alaphillipe als Van Aert van zich af moest slaan in etappes die soms in hondenweer gereden werden.

Hoofdschudden

En dan was er natuurlijk Ide Schelling. De eerste Nederlandse drager van de vrolijke trui in 10 jaar! De laatste was Johnny Hoogerland. Ide wist niet alleen indruk te maken met het peloton voorblijven, het was vooral zijn grijnzen, hoofdschudden en plezier dat hij daarbij had. Hij deed me denken aan een jonge stier die voor het eerst de wei in mag. Elke keer dat hij op een heuvel de sprint aan ging en won was het weer een plezier om naar te kijken. Samen maakten deze twee toppers de eerste week het kijken meer dan waard. Uiteraard was er de verrassing van Mark Cavendish en zijn strijd om het record van Eddy Merckx, maar het waren deze twee Hollandse Strijders die de eerste zeven dagen oranje kleurden.

Op slot

Daarna gooide Tadej Pogačar in bijna één dag de hele Tour op slot. Carapaz, Uran, Roglič, ze stonden allemaal in één keer buitenspel. Hartstikke knap, maar daarna werd het wel wat moeilijker kijken. Cav won nog eens wat, maar het klassement was eigenlijk al beslist. En toen waren er opeens toch weer Oranje Hoogtepunten. De topper van Jumbo Visma, Wout van Aert, wist iedereen te verbazen en verwennen met zijn overwinning op de Mont Ventoux. Natuurlijk draagt hij de Belgische kampioenstrui, maar hij rijdt wel voor het enige Nederlandse team in de Tour van 2021.

Booke Moolemaa

In de laatste week was er opeens de super solo van de meest Nederlandse rijder van ze allemaal: Bauke Mollema. Prachtig om te horen wat de reporters van GCN van zijn naam maken (Booke Moolema) toen hij ervandoor ging op zijn typische Mollemalen manier en iedereen te snel en te slim af was met een versnelling in de afdaling. Maar daar bleef het niet bij. In de laatste week was daar opeens Wout Poels! De ranke klimmer kwam in één van de weinige echt boeiende gevechten (om de bolletjestrui weer) terecht met Nairo Quintana. De compacte klimmer uit Columbia moest echter uiteindelijk zijn meerdere in Poels erkennen. Op zijn beurt moet hij dat weer doen in Pogačar, die maar liefst twee truien meer naar Slovenië mee mag nemen.

En wat te denken van Wilco Kelderman. Nu in dienst bij BORA-hansgrohe en niet onverdienstelijk. Hij wist helaas geen etappe te winnen maar met zijn vijfde plek is hij duidelijk van dezelfde categorie als Dumoulin en Kruiswijk die de afgelopen edities in de top 5 stonden. Hij reed niet veel in beeld, maar was wel heel erg consistent en wist zo zijn positie te claimen én te behouden.

Trotser

Op de laatste twee dagen doet Wout van Aert er nog een schepje bovenop en wint hij, best verrassend, de tijdrit in de buurt van Bordeaux én de eindsprint van Cavendish, mede dankzij een kneiter van een lead out van Mike Teunissen. Tel daarbij de tweede plaats van de Jumbo-Deen Vingegaard op en je kan eigenlijk niet anders concluderen dat we een haast oranje Tour achter de rug hebben die qua klassementstrijd toch een tikkie saai was. Ik heb vooral door de Nederlanders renners en Nederlandse teams een top Tour beleefd en daar mogen we best wat trotser op zijn.