Op 15 februari 2004 zei Sven Nys: “Ik rij nog alleen voor m’n eigen, de rest kan d’n boom in”. Dit zei hij in het interview nadat hij de wereldbeker had verloren na te zijn geflikt door zijn landgenoten. Vanaf het moment dat Sven Nys in ’98 prof werd bij het Nederlandse Rabobank kwam hij in een spagaat te zitten tussen ploegbelang en landsbelang. Een situatie waarbij hij als renner het niet goed kon doen.
In de periode van ’98 tot ’04 liep dit als een rode draad door het veldrijden, tot Nys in februari ’04 bovenstaande woorden sprak. Na zes jaar strijd binnen de ploeg en binnen het landenteam was het genoeg geweest. Nys zou vanaf dat moment enkel nog voor de winst rijden en inmiddels weten we hoe dit is gelopen. Seizoen ’04/’05 was zijn beste seizoen ooit waarbij alle klassementen op zijn naam schreef en als klap op de vuurpijl ook het WK wist te winnen. Het seizoen erop wist hij alle acht wedstrijden in het klassement van de superprestige te winnen. Twee prestaties die tot op heden niet zijn geëvenaard.
In de documentaire “De geboorte van de Kannibaal” blikken documentaire makers van Nijverseel en Vandermotte terug op wat vooraf ging aan het interview op 15 februari 2004. Oude beelden afgewisseld met het verhaal van onder andere Sven Nys zelf, Mario DeClerq, Adrie van der Poel en Michel Wuyts. Naast mooie beelden en een bizar verhaal is het ook een stuk cross-geschiedenis waar menig liefhebber nooit over uitgepraat zal raken.
Deze documentaire werd op 8 oktober uitgezonden op het Belgische Canvas en is onderdeel van een reeks over memorabele gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis van onze zuiderburen.